3 manieren om te coachen op leerstrategieën

De maatschappij is continu in beweging en daar dienen leerlingen en studenten op voorbereid te worden. Leerlingen en studenten worden voorbereid op een leven lang leren, flexibel kunnen zijn en kunnen meebewegen binnen de samenleving. Bovenal moeten leerlingen en studenten het heft in eigen handen kunnen nemen om het eigen leren te sturen. Het is van belang de zelfregulatie te blijven stimuleren, zodat leerlingen en studenten vaardigheden opdoen om hun eigen leerproces te versterken. Het coachen van diverse leerstrategieën draagt bij aan het stimuleren van de zelfregulatie. In dit artikel wordt ingegaan op welke leerstrategieën dit zijn en hoe je als docent hierop kunt coachen.

3 soorten strategieën

Binnen didactisch coachen wordt onderscheid gemaakt in drie leerstrategieën: de cognitieve, de metacognitieve en de meta-modus strategie. De cognitieve strategie gaat in op manieren waarop leerlingen of studenten kunnen leren leren. De metacognitieve strategie gaat over het structureren van het leren. Denk hierbij aan de te zetten stappen voorafgaand, tijdens en na het leren. De meta-modus strategie gaat over het ondersteunen van leerlingen of studenten om in de juiste leerstand te komen. Hieronder worden deze leerstrategieën verder toegelicht en wordt ingegaan op hoe je als docent hierop kunt coachen.

Strategie 1: de cognitieve strategie

Om te beginnen kunnen leerlingen of studenten gecoacht worden op het aanleren van cognitieve strategieën. Op welke manier leren zij? Hoe kunnen ze nieuwe kennis opdoen en deze informatie opslaan en verwerken? Het gaat erom het leren bij leerlingen of studenten uiteindelijk soepel te laten verlopen. Dat ze leren op welke manier ze zelfstandig stof eigen kunnen maken. Dit op een manier die voor hen werkt. Hierbij valt te denken aan strategieën zoals informatie herhalen, verdiepen en verwerken of het structureren van kennis

Het is belangrijk om (een deel van) de stof een of meerdere keren te herhalen, zodat de kennis uiteindelijk ook beklijft op de langere termijn. Hierbij kan gedacht worden aan het herlezen van informatie of aan het leren van nieuwe woordjes door deze binnen een context te plaatsen. Let erop dat de nieuwe kennis aansluit bij de voorkennis van de leerlingen of studenten en biedt de stof gespreid aan. Houd er rekening mee dat nieuwe stof niet vlak voor een toets wordt aangeboden, aangezien er dan weinig ruimte is voor de actieve herhaling daarvan. 

Kennis wordt opgedaan doordat leerlingen of studenten iets gelezen of gehoord hebben. Om deze nieuwe kennis beter te laten beklijven, is het goed om de informatie op een andere (actieve) manier te verwerken. Denk bijvoorbeeld aan het maken van aantekeningen of het zelfstandig bedenken van nieuwe voorbeelden bij een onderwerp. Laat leerlingen of studenten zelf een oefentoets maken, nakijken en kritisch bedenken waarom een antwoord goed of fout is. Of laat ze aan elkaar uitleggen wat ze geleerd hebben, zodat ze op die manier de stof eigen maken.

Ook het structureren van kennis kan op diverse manieren, zodat er een ordening wordt aangebracht in de informatie. Denk hierbij aan het maken van een tekening of mindmap, een grafiek, tabel of laat leerlingen of studenten aan elkaar vertellen wat de kern van de informatie is. Eventueel kunnen zij nieuwe informatie ook presenteren aan elkaar.

Denk goed na over het doel van de les en daar waar de focus moet liggen. Dus welke cognitieve leerstrategie gaan leerlingen of studenten eigen maken? Zorg dat er voldoende tijd en ruimte binnen het onderwijs is om hier aandacht aan te besteden. Verder kunnen leerlingen of studenten geholpen worden bij het eigen maken hiervan, doordat er gerichte vragen over worden gesteld en zij feedback hierop ontvangen. 

Strategie 2: de metacognitieve strategie

Daarnaast kunnen leerlingen of studenten gecoacht worden op metacognitieve strategieën. Daarbij leren zij op een effectieve manier aan de slag te gaan met leren. Deze strategie heeft betrekking op het kunnen plannen van taken (wanneer doe ik welke taak?), het in beeld houden van de voortgang tijdens het leren (begrijp ik het nog?) en kunnen terugkijken na afloop van een taak (hoe heb ik het gedaan?). De docent kan leerlingen of studenten hierbij helpen door erover in gesprek te gaan. Neem ze mee in deze strategie door erover te praten, vragen te stellen en door het geven van feedback hierop, zodat zij hierover aan het denken worden gezet. 

Een leerling of student moet leren om zijn taken te plannen. Daarbij is het belangrijk om verder te kunnen kijken dan alleen vandaag en dus in beeld te krijgen welke taken er gedaan moeten worden over een langere termijn. Denk aan het inzichtelijk maken van welke taken (als eerste) gedaan moeten worden en nadenken over hoeveel tijd iedere taak in beslag neemt. Het kan helpen om leerlingen of studenten dit in een planning te laten zetten en hierover in gesprek te gaan. Door goed te luisteren naar de antwoorden kan daar feedback op gegeven worden of een vervolgvraag gesteld worden om te komen tot kern van het antwoord. 

Tijdens het leren van een taak moet de leerling of student in beeld hebben of hij alles nog begrijpt. Zo niet, dan is het handig om even een stapje terug te doen. Het kan helpen om in gesprek te gaan over wat een leerling of student bijvoorbeeld doet wanneer het niet meer duidelijk is. Denk aan vragen over hoe een leerling of student merkt dat hij/zij het niet meer begrijpt of wat diegene doet om taken bij te werken wanneer hij/zij achter loopt op schema. Ook hier lenen de antwoorden zich goed voor het geven van feedback. Geef feedback op de strategie van een leerling of student.

Ook is het zinvol om leerlingen of studenten te leren om kritisch terug te kijken op een taak. Is de taak goed verlopen? Is iemand tevreden over het verloop en waarom wel of niet? Wat kan er de volgende keer nog beter? Door hier aandacht voor te hebben en vragen over te stellen, kan de leerling of student hier lessen uit trekken voor een volgende taak. Hij/zij weet dan waar de volgende keer nóg beter op gelet moet worden.

Strategie 3: de meta-modus strategie

De modus van een leerling of student gaat over hoe diegene erbij zit. Hoe zorg de leerling of student ervoor dat hij ‘aan’ staat, oftewel in de juiste leerstand komt? Wat maakt dat de leerling of student écht aan de slag gaat? En wat gebeurt er als de zin om te leren weg is, maar de taak wel af moet? Denk hierbij dus ook aan de emoties die komen kijken bij leren en hoe de leerling of student daarmee kan leren omgaan. Wanneer antwoord gegeven kan worden op dit soort vragen en een leerling of student zich bewust is van de invloed van zijn emoties op zijn modus wordt dat meta-modus genoemd. Als docent kun je een leerling of student coachen op meta-modus strategieën. Ze leren omgaan met hun eigen emoties tijdens het leren en na afloop van een taak. Wat maakt dat een leerling of student de ene keer wel zin heeft om te leren en de andere keer niet? Leer ze om inzicht te krijgen in hun eigen emoties en modus en om daar vervolgens mee om te kunnen gaan. Dit kun je doen gerichte vragen te stellen over hun modus en ze te voorzien van feedback hierop. 

Neem bijvoorbeeld een leerling of student die gaat starten met een nieuwe opdracht. Ga in gesprek over wat hij/zij van de opdracht vindt en waarom hij/zij dat vindt. Stel iemand vindt de opdracht niet leuk, dan kun je doorvragen op waarom iemand dat vindt. Belangrijker is nog om door te vragen op hoe iemand toch aan de slag gaat met de opdracht, ondanks dat die het niet leuk vindt. Luister goed naar de antwoorden en geef hier feedback op. Heb aandacht voor de mogelijke oplossingen die de leerling of student ziet en vraag hierop door. 

Het gesprek over de modus van de leerling of student kan dus voorafgaand aan een opdracht plaatsvinden, maar ook tijdens een opdracht of na afloop door terug te blikken. Tijdens een opdracht kun je bijvoorbeeld vragen naar hoe een leerling of student zijn eigen modus bij kan stellen wanneer hij/zij geen zin meer heeft. En naderhand kun je vragen welke invloed de modus heeft gehad op het uiteindelijke resultaat en hoe daar op teruggekeken wordt. Ook hierbij speelt feedback op de antwoorden een belangrijke rol, evenals het doorvragen hierop.

Kortom

Maak leerlingen of studenten dus bewust van de diverse leerstrategieën die er zijn, zodat de zelfregulatie gestimuleerd wordt. Dit kun je doen door hierover in gesprek te gaan met leerlingen of studenten, door er voldoende tijd en ruimte voor te hebben binnen het onderwijs, door vragen te stellen en ze van feedback te voorzien. Kijk naar leerlingen en studenten, geef ook terug wat je ziet en luister naar hun antwoorden en vraag door, zodat zij actief aan het denken worden gezet over hun eigen leerproces. 

Literatuur

Voerman, A., Voerman, L., & Faber, F. (2016). Didactisch coachen: hoge verwachtingen concreet maken met behulp van feedback, vragen en aanwijzingen.

image_pdfDownload artikel

One thought on “3 manieren om te coachen op leerstrategieën

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vernieuwenderwijs

Als Vernieuwenderwijs helpen we scholen en opleidingen te komen tot krachtig onderwijs. Dit doen we door samenhangende hoogwaardige diensten en producten te bieden op het gebied van curriculumontwerp, toetsing en didactiek.

Nieuwsbrief

Elke week onze artikelen & interessante linkjes ontvangen?

Please wait...

Bedankt, je staat op onze mailinglijst!

Contact

Vernieuwenderwijs B.V.
Kerkenbos 1344
6546 BG Nijmegen

📞 Wessel: 06 194 02 982

📞 Michiel: 06 193 37 715

✉️ info@vernieuwenderwijs.nl

© 2024 · Vernieuwenderwijs