Docenten zijn gemiddeld 6 tot 9 uur per week bezig met het nakijken van het werk van hun leerlingen of studenten. (Elliot et al., 2016) Denk hierbij aan correctiewerk, verbeterwerk en geschreven feedback. De hoeveelheid tijd die docenten kwijt zijn aan nakijkwerk zal per vak en docent verschillen, maar laat zien dat docenten een aanzienlijk deel van hun werktijd gebruiken om het werk van hun leerlingen of studenten na te kijken en te voorzien van feedback. Een groot deel van deze feedback bereikt lang niet altijd de leerling of student. Kan dit ook anders?
Overal waar leerlingen staat kan ook student staan.
Leerfunctie
Voor een antwoord op bovenstaande vraag is het goed om onderscheid te maken tussen werk van leerlingen (en studenten) met een summatieve functie en werk dat een leerfunctie heeft.
Bij werk met een summatieve functie moet je denken aan opdrachten, zoals het maken van een toets, een product of een andersoortige prestatie, waarmee de beheersing van bepaalde kennis en vaardigheden wordt getoetst en waarbij de data wordt gebruikt om een summatieve beslissing te kunnen nemen.
Werk met een leerfunctie dient het leren van de leerling. Zo kunnen opdrachten bijvoorbeeld ingezet worden om kennis te automatiseren of vaardigheden te oefenen. De opdrachten kunnen leerlingen ook laten zien in welke mate ze bepaalde leerstof beheersen of dat ze bijvoorbeeld goed op weg zijn met een product waaraan wordt gewerkt.
De 4 kwarten van Dylan Wiliam is een manier die veel voordelen biedt wanneer je wilt inzetten op de leerfunctie. In plaats van al het werk na te kijken en te voorzien van feedback, doe je dit maar voor een gedeelte van het werk. Dit geeft niet alleen het voordeel in tijd, ook zorgt het voor effectievere feedback en meer betrokkenheid van de leerlingen in het leerproces. Hieronder leggen we de aanpak uit.
Kwart 1: Een deel van het werk uitgebreid nakijken
Wiliam adviseert om ongeveer een kwart van het werk uitgebreid na te kijken en daarover feedback te geven. Hierbij is het aan te raden om je te focussen op zogenaamde sleutelonderdelen; dit zijn onderdelen van het werk die inzicht geven in de beheersing van de stof en vaardigheden die voorwaardelijk zijn voor het behalen van de gestelde leerdoelen.
Het is hierbij belangrijk dat er feedback wordt gegeven die de leerling aan het denken zet. Zo kun je vragen in de kantlijn noteren in plaats van antwoorden verbeteren. Wiliam wijst er ook op dat als feedback op een bepaald onderdeel goed is voor één leerling, het waarschijnlijk goed is voor de hele klas. Het advies is dan om deze onderdelen en de feedback klassikaal te bespreken. Daarbij dient het voor de leerlingen altijd duidelijk te zijn waar naartoe er wordt geleerd.
Tijdens het nakijken van het werk kun je dit formulier downloaden en gebruiken waarop je alle informatie verzamelt die je klassikaal terug wil geven aan de leerlingen.

Kwart 2: Een deel van het werk scannen
Het is belangrijk om het werk van leerlingen te controleren op veel voorkomende fouten. Zeker bij werk dat gericht is op herhalen of oefenen, wil je voorkomen dat er iets fout wordt aangeleerd. We weten uit onderzoek dat als iets verkeerd is aangeleerd, het enorm lastig is om dit weer om te draaien. Het volstaat om hiervoor het werk vluchtig te scannen. Als docent weet je welke fouten veel worden gemaakt en waar deze vaak voorkomen. Omdat je een deel van het werk uitgebreid nakijkt en de rest scant op veel voorkomende fouten heb je in een korte tijd al een goed beeld van de prestaties van je leerlingen.
Kwart 3: Een deel van het werk kijken jouw leerlingen zelf na
Vervolgens krijgen de leerlingen de opdracht om zelf een kwart van het werk na te kijken en te analyseren. Als docent stuur en monitor je de kwaliteit hiervan. Met behulp van bijvoorbeeld een feedbacklegenda, een kijkwijzer met criteria of met voorbeelden van goede antwoorden of goed werk kun je als docent passende ondersteuning bieden. Leerlingen hun eigen werk na laten kijken en ze hierin begeleiden zorgt ervoor dat zij hier steeds vaardiger in worden. Daarnaast is het een goede manier om kwaliteitsbesef bij te brengen.

Kwart 4: Een deel van het werk kijkt een medeleerling na
Naast dat leerlingen zelf hun werk nakijken, kun je leerlingen ook onderdelen van elkaars werk laten bekijken en bespreken. Ook hier vormen hulpmiddelen zoals een feedbacklegenda of een overzicht van de succescriteria een goede ondersteuning. Naarmate leerlingen vaker elkaars werk nakijken, zullen zij hier steeds vaardiger in worden.
Ook is het mogelijk dat leerlingen elkaar feedback geven over de onderdelen die ze nakijken. De ‘rules for critique’ van Ron Berger of TAG-feedback, waarbij leerlingen vertellen wat goed is, om verduidelijking vragen en suggesties geven voor verbetering, bieden hierbij ondersteuning.
Door met behulp van de 4 kwarten het werk van leerlingen na te kijken, reduceer je de hoeveelheid nakijktijd en werk je aan, zoals Wiliam het noemt, een ‘balanced diet of different kinds of marking and assessment’.

Het nakijken van summatief werk
Werk waarvan de data wordt gebruikt om een summatieve beslissing te nemen dient goed nagekeken en beoordeeld te worden (zie: procedures voor een objectieve beoordeling). Het is hierbij minder effectief om het werk te verbeteren of van allerlei opmerkingen te voorzien, aangezien het nakijken en beoordelen van het werk bedoeld is om als docent een helder en onderbouwd beeld te krijgen van de beheersing van bepaalde kennis en vaardigheden. Daarbij is feedback geven op eindproduct ook minder of nauwelijks effectief (Reeves, 2001).
Soms kan het lonen om met leerlingen te reflecteren op de periode voorafgaand aan het toetsmoment. Neem daarbij in gedachten dat de opbrengst van reflectie na een summatieve toets of opdracht geringer is doordat leerlingen dan moeten terugblikken op een lange periode.
Tot slot
Het is waardevol om als docent goed te kijken naar het werk dat je leerlingen laat maken. Niet alle opdrachten zijn geschikt om jou of de leerlingen inzicht te geven in de beheersing van de stof. Als de uitkomst van de opdracht enkel het resultaat heeft dat het niet gelukt is om de opgaven goed te maken, dan kan de opdracht wellicht beter worden geschrapt of vervangen voor een opdracht die meer inzicht geeft.
Verder adviseert Wiliam specifiek schoolleiders om aan ouders goed uit te leggen hoe docenten het werk van leerlingen nakijken en voorzien van feedback. Het is belangrijk dat ouders te horen krijgen dat docenten niet al het werk nakijken maar doelgerichte keuzes maken die betrekking hebben op de kwaliteit van het leerproces en het vergroten van de betrokkenheid van de leerlingen.
– Hendrick, MacPherson. (2017). What does this look like in the classroom? John Catt Educational Limited. Suffolk.
– Jerrim, et al. (2020). How does the mental health and wellbeing of teachers compare to other professions? Evidence from eleven survey datasets. UCL Institute of Education. London
– Reeves. (2008). Leading to Change / effective grading practices. (link)
– OECD. (2021). Positive, High-achieving students?: what schools and teachers can do. TALIS. OECD publishing. Paris