Als docent ben je altijd opzoek naar nieuwe manieren om leerlingen te helpen om beter te leren. Daarbij horen ook onderzoeken en instrumenten, en een instrument waar vaak naar verwezen wordt is de Taxonomie van Bloom. Er is alleen een groot probleem: de welbekende piramide klopt niet! Hoe zit het nu precies met deze Bloom en wat klopt er wel van? In dit artikel zoeken we het uit.
De Taxonomie
Het is een instrument wat bij veel docenten bekend is: de taxonomie van Bloom. Het lijkt een handig overzicht waarin het verschil wordt gemaakt tussen ‘hogere orde denken’ en ‘lagere orde denken’. Simpel gezegd: reproduceren en toepassen is makkelijk, pas vanaf analyse en synthese wordt het interessant. Het hoogste niveau is ‘creëren’. Klinkt allemaal logisch toch? Daarom zijn er ontzettend veel lessenseries, opdrachten, en soms bijna complete onderwijshervormingen bedacht op basis van Bloom’s taxonomie. Er is alleen een ding: het klopt niet…
Een afbeelding of 1000 woorden?
Het is een bekend gezegde: een afbeelding zegt meer dan 1000 woorden. En in dit geval is dat ook eigenlijk precies wat er fout is gegaan. Benjamin Bloom was voorzitter van een comité dat tussen 1949 en 1953 onderzoek deed naar ‘leren’, en daarbij kwam tot een aantal verschillende onderdelen binnen het cognitieve domein. Het comité kwam daarbij op 6 verschillende onderdelen:
Onthouden: het herkennen en onthouden van feiten, termen, basale concepten of antwoorden op vragen zonder het precies te begrijpen.
Begrip: het laten zien van begrip van feiten en ideeën, door te organiseren, te vergelijken of uitleg te geven.
Toepassing: het gebruiken van kennis om dit toe te passen in nieuwe situaties.
Analyse: het verder kunnen kijken dan wat je weet, feiten en de onderlinge relatie analyseren en hier bewijzen bij zoeken.
Synthese: vanuit de kennis die je hebt kun je nieuwe systemen en patronen bedenken. In de nieuwste versie is dit veranderd in ‘creëren’.
Evaluatie: op basis van kennis een mening vormen, waarbij je verschillende meningen en argumenten tegen elkaar kunt afwegen.
Al snel werd hier door anderen een visuele versie van gemaakt, en dat is de taxonomie van Bloom zoals we die kennen: de piramide.
En toen ging het fout: van een concept met verschillende onderdelen werd het ineens een rangschikking, waarbij er een splitsing kwam in ‘hogere orde’ en ‘lagere orde’. De ideeën van het team van Bloom verdwenen, en werden vervangen door 6 begrippen en een duidelijke afbeelding.
Wat is het dan eigenlijk?
De taxonomie van Bloom is dus anders dan de meesten denken. De belangrijkste misvatting is eigenlijk de afbeelding. Door de piramide lijkt het een bouwwerk te zijn, waarbij de hoogste stap het belangrijkste doel is. In de praktijk betekent dit al snel dat er dan twee dingen gebeuren: docenten die hameren op de belangrijke rol van kennis en dat dit de basis is: zonder kennis kun je niks. En aan de andere kant: docenten die afgeven op kennis omdat dit ‘slechts’ de basis is: je moet zo snel mogelijk ‘naar boven’ in de piramide.
Bloom bedoelde dit natuurlijk niet. De enige richtinggevende uitspraak in dit kader is dat kennis wel de basis vormt van de andere onderdelen. Beter gezegd: zonder deze kennis en het begrip ervan is het best ingewikkeld om iets anders te doen. Maar zit er dan een oplopende moeilijkheidsgraad in? Moet je altijd starten bij kennis? Nee dus.
Zoals de schrijvers van de Taxonomie zelf stellen: het is vooral een beschrijving van verschillende soorten ‘leer-gedrag’. Hierbij vonden ze zelf te weinig bewijzen te hebben en gaven ze zelf aan dat het misschien niet eens mogelijk is om een sluitende theorie te hebben op dit gebied.
Verkeerd begrepen
Uiteindelijk kun je dus stellen dat de Taxonomie van Bloom vaak verkeerd begrepen wordt. Als je dan goed kijkt naar de verschillende manieren waarop de taxonomie gebruikt wordt zie je dat het vooral op de volgende punten neer komt:
Hiërarchie: Er zit geen hiërarchie in de taxonomie. Het gaat om een verzameling aan termen die gedrag beschrijven wat je kunt zien bij een leerling. Je kunt wel stellen dat in de meeste gevallen kennis nodig is, maar het hoeft niet te beginnen bij kennis.
Hogere orde/lagere orde: Er is geen ‘hogere orde’ of ‘lagere orde’ in de piramide. Dit is later pas bedacht en heeft eigenlijk niets met de taxonomie van Bloom te maken.
Toepassen en creatie: Het is niet noodzakelijk om iets te schilderen om te laten zien dat je het snapt. Dat betekent niet dat dit geen mogelijkheid is, maar de begrippen ‘toepassen’ en ‘creatie’ slaan op alle vormen, ook gewoon op het schrijven van een essay bijvoorbeeld.
De taxonomie is compleet: De makers geven zelf aan dat het een aanzet is tot het beschrijven van verschillende onderdelen. Ze zien het als een richtlijn, maar zeker niet als ‘de waarheid’.
Een betere Bloom
Met deze punten kun je dus anders naar het werk van de schrijvers van de Taxonomie van Bloom kijken. Als je het dan op een andere manier visualiseert is het ineens veel logischer, en daardoor ook veel bruikbaarder. In deze ‘nieuwe Bloom’ staan de verschillende onderdelen naast elkaar, waarbij er geen rangorde is. Daarnaast staan er een aantal begrippen bij die passen bij elk onderdeel, zodat het nog handiger is om te gebruiken.
Daarbij staat kennis onder de rest. Reden hiervoor is dat (basis)kennis vaak de fundering is oftewel noodzakelijk is voor de rest (Wiliam, 2017).
Werk je veel met deze taxonomie? Of heb je andere voorbeelden in het onderwijs van onderzoeken die verkeerd geïnterpreteerd zijn? Laat het dan vooral weten in een reactie! Wil je meer voorbeelden van dit soort misconcepties of voorbeelden van hoe je onderzoek toepast in de klas? Dan is het boek ‘Klaskit‘ van onze boekenlijst zeker de moeite waard.
Meer overzicht in het curriculum?
Stop met het gebruik van Word- en Excel bestanden en ontwerp als team op een interactieve manier een krachtig, overzichtelijker en samenhangend curriculum.
Docent, onderwijsontwerper & maker. Altijd veel ideeën, en op zoek naar de verbinding tussen leren, creativiteit en technologie. Onderwijs kan altijd beter, maar mag ook zeker leuker! Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs.
Ik vind ‘m mooi in de vorm van een bloem. ?
Bedankt voor deze heldere uitleg! Ik heb nog wel een vraag, over het hogere orde leren. Ik versta hieronder (simpel gezegd) dat studenten (ik geef les op HBO) meer zelf moeten nadenken. Ik denk dat er wat dat betreft wel verschillen zitten tussen de onderdelen. Hoe denk jij hierover?
Hoi Ank,
Hm, ik snap je punt maar blijf het ook een lastige vinden. In het artikel geef ik ook aan dat ik denk dat het ‘hogere’ en ‘lagere’ orde denken niet perse een goede scheiding is. Volgens mij zitten er wel verschillen tussen de onderdelen qua niveau van zelf nadenken, maar is daar niet echt een duidelijke rangorde in te maken.
Heb je hier iets aan?
Dag Michiel, zit er een gedachte achter dat je de verticale volgorde nu horizontaal presenteert maar wel de volgorde handhaaft? Ik zou niet per se over hogere of lagere orde praten, maar wel over vormen van een andere orde.
Zouden we ook van ‘rechts’ naar ‘links’ kunnen werken of de volgorde helemaal overhoop kunnen halen? Dan zou je niet meer spreken over een taxonomie of classificatie.
Hoi Jurgen! Je bericht was bij de spam beland, dus vandaar deze latere reactie…
Inderdaad: om verwarring te voorkomen zouden de verschillende blokken ook qua volgorde anders kunnen staan. Het eerder genoemde idee om er een bloem van te maken past daar ook misschien het beste bij. De volgorde doet er ook niet toe, zoals in het artikel aangegeven staat.
Interessant! Wel mis ik de bronverwijzingen, waarop is de inhoud van dit artikel gebaseerd?
Hallo Jelly,
Dank! De inhoud van het artikel is gebaseerd op verschillende bronnen, waarbij ikzelf als schrijver vervolgens het ‘nieuwe’ model heb geschetst. Het meeste heb ik daarbij gehad aan dit artikel: https://www.teachthought.com/learning/20394/
Bedankt voor je reactie! Ik wil in een cursus van de lerarenopleiding graag naar dit artikel verwijzen en omdat wij onze studenten aanleren om te verwijzen naar bronnen en kritisch te kijken naar betrouwbaarheid van bronnen, mijn kritische vraag.
Kijk, goed voorbeeld dus 🙂 Dank!
Dus het mooie visuele plaatje heb je zelf ontworpen? Ik wil hem namelijk gebruiken in een stuk voor mijn opleiding en heb dus ook een bron nodig 🙂
Hoi! De afbeelding heb ik zelf ontworpen inderdaad, maar als je kijkt op internet dan zie je dat er meerdere zijn met hetzelfde idee. Gebruiken mag zeker!
Helder verhaal Michiel!
We delen dezelfde gedachtegang en visualisatie 😉
https://o21.nu/weten-denken-en-doen/
Hey dat is grappig! Kende jullie artikel niet maar zie wel veel overeenkomsten inderdaad! Gelukkig zijn er meerderen die zo denken ?
Interesant stuk! Mooi zoals de taxanomie onder aan het artikel weergegeven is 🙂
Mooie voorstelling, dank!
Doen we Bloom niet tekort als we alleen over de cognitieve taxonomie praten? Hij heeft er ook een affectieve en psychomotorische. Zijn die even belangrijk, maar ondergesneeuwd?
Ann
Hoi Ann,
Je hebt helemaal gelijk! Ook de affectieve en psychomotorische taxonomiën zijn interessant, en zeker ook ondergesneeuwd. Je merkt dat de nadruk op het cognitieve (en het zoeken naar handvatten daarvoor) maakt dat deze taxonomie veel meer aandacht krijgt dan de anderen. Ik denk dat juist die driehoek het heel sterk maakt. Een goed idee voor een volgend artikel dus 🙂
Dag Michiel, binnen de opleiding IAG hangt het behalen van het post HBO af of de student wel/niet op het niveau van toepassen functioneert. Er wordt dus van links naar rechts gekeken waarbij het gemiddelde moet liggen op het niveau van toepassen. Als ik jouw goed begrijp zegt dit leergebied toepassen niks over een bepaald niveau en is het gewoon één van de manieren tot leren en staat gelijk aan de andere 6 niveaus? Begrijp ik nu goed dat deze manier van gebruikmaking van Bloom`s model foutief is en geen goed instrument om te beoordelen op welk niveau iemand acteert? De uitleg dat je namelijk de niveaus die links liggen van bijv. toepassen automatisch hebt wanneer je aan kunt tonen dat je iets toepast lijkt mij logisch. Wil je iets gericht toepassen dan is daar kennis en inzicht voor nodig. Wil je iets creëren dan zul je daarvoor de kennis (theorie) moeten bezitten en begrijpen, inzicht hebben waartoe deze kennis kan leiden, dit kunnen toepassen, het toegepaste kunnen analyseren en evalueren op doelmatigheid. Als laatste zou je iets nieuws kunnen creëren wanneer je vind dat methodieken/strategieën die al voorhanden zijn niet het gewenste effect hebben.
Hoi Harrald,
Dat klopt! De taxonomie is nooit bedoeld geweest als beoordelingsinstrument of als een pyramide van oplopende vaardigheden. Dat is later door anderen bedacht, maar meerdere malen door onderzoek ook ontkracht. Als je er al een ordening in wil aanbrengen, dan zou het hoogstens kunnen zijn dat ‘onthouden’ voorwaardelijk is voor de andere onderdelen. In principe zijn alle andere onderdelen gelijkwaardig en uitingsvormen van ‘begrijpen’. Als je de verschillende werkwoorden uit het schema vergelijkt dan is dat ook logischer.
De verschillende stappen die je aangeeft zijn helder, maar zijn ook in omgekeerde vorm vaak toepasbaar. Door iets te analyseren begrijp je het bijvoorbeeld beter. Door iets te creëren pas je ook de nieuwe kennis toe.
Ik zelf zou dus niet aanraden om de taxonomie van Bloom als beoordelingsinstrument te gebruiken. Het is vooral geschikt om bepaald leer-gedrag te beschrijven, zonder hier een niveau aan te koppelen.
Heb je hier iets aan?
Hallo Michiel,
Bedankt voor je heldere artikel en je ‘nieuwe Bloom’. Je merkt dat wel vaker dat theorieën een eigen weg gaan leiden zoals ook bijvoorbeeld het geval is bij de ‘leerkuil’ of de ‘learning challenge’.
Wel vraag ik me af waarom wil je eigenlijk deze taxonomie van Bloom gebruiken als het niet gaat om beoordelen? Je zegt je leer-gedrag wilt beschrijven, maar waarom? Is dat om er voor te zorgen dat je in je lessen al deze vormen van leer-gedrag een plekje geeft? Dat je je er van bewust moet zijn om niet alleen maar te werken aan ‘onthouden’ of een van de anderen? Het lijkt mij in ieder geval goed om af te wisselen, maar zeker ook te checken of je leerlingen alle vormen van leer-gedrag tot op zekere hoogte beheersen.
groeten
Frederike
PS: de opmerking van Marion over de vorm van een bloem is misschien wel leuk. Dan doe je ‘onthouden’ in het midden en de anderen er om heen…
Hoi Frederike,
Dank! En inderdaad, misschien moet ik maar eens een nieuw ontwerp maken 🙂
Over het ‘waarom’ van de taxonomie: ik denk dat je dat heel goed beschrijft. Zowel bij het ontwerpen van onderwijs als bij het observeren van wat er tijdens het leren gebeurt is dat handig.
Beste Michiel,
Ben je al op de hoogte van het nieuwe boek: ‘De taxonomie van Bloom in de klas’? Dit boek is in 2018 uitgegeven door Rombaut, Molein en van Severen. Het gaat ook in op de aannames die jij beschrijft in je artikel, maar legt nog veel meer geschienis en theorieën hieraan ten grondslag. Het is een aanrader in elk geval.
Hey Frances, dank voor de tip! Dat boek kende ik nog niet, maar ziet er inderdaad interessant uit.
Kan je volgens jou niet zeggen dat hoogbegaafden meer toekomen aan het creëren dan anderen? Ben ik benieuwd naar, net teamcursus gevolgd en de piramide aangeboden gekregen als basis voor het bedenken van hogere orde denkopdrachten. Ben nieuwsgierig naar jouw uitleg hierover.
Hoi Katherina,
Oei, lastige vraag! Ik kan niet 100% met zekerheid stellen dat hoogbegaafden meer toekomen aan het creëren dan anderen. Voor zover ik weet is daar ook niet direct goed onderzoek naar. Wat ik wel weet is het volgende: het zou niet zo moeten zijn dat alleen bij hoogbegaafde kinderen ‘hogere’ denkvaardigheden gebruikt worden. Zoals je in het artikel ziet heeft Bloom het zelf nooit ingezet als een piramide, en diende het puur om leeractiviteiten te beschrijven. Hierin zit dus ook geen hiërarchie.
Dat bij hoogbegaafde leerlingen er meer aandacht is voor de denkvaardigheden die als ‘hoger’ worden gezien is zeker goed. Maar eigenlijk zou dit bij elk niveau en type kind zo moeten zijn. Juist het opdelen in ‘hoger’ en ‘lager’ maakt dat het lijkt of het over een bepaald niveau van denken gaat, terwijl het gaat over een type leeractiviteit. Creëren kan dus net zo goed bij leerlingen die minder goed presteren.
Kortom: wanneer de piramide gebruikt wordt, dan klopt er iets niet. Het is namelijk geen piramide! Dat er meer aandacht besteed wordt aan de verschillende soorten leeractiviteiten, dat is dan wel weer goed.
Hopelijk heb je hier iets aan!
Aanvullend: een schilderij creëren kun je zonder het materiaal te kennen of de inhoud er van te kunnen toepassen. En ook: juist het maken (denk creativiteit, makersonderwijs) past ook goed bij een doelgroep met relatief meer praktisch gerichte leerlingen, zoals op het vmbo. Bloom noemde nooit de woorden ‘hoge en lagere denkvaardigheden’. Zonde en onnodig om onderscheid te maken op basis van intelligentie wat dat betreft.
Dag Michiel
Mag ik je afbeelding gebruiken voor een blog? En verwijzen naar je artikel?
Hoi Ellen,
Dat mag zeker! Geen enkel probleem, en alleen maar leuk.
Hai Michiel,
Dank je wel voor deze duidelijke toelichting op de taxonomie van Bloom.
Mag ik je schema gebruiken in een post of blog?
Alvast bedankt,
Sheila van Horn
– Thino –
Hoi Sheila,
Dank! Ja hoor, je mag het zeker gebruiken. Zorg je voor een bronvermelding? Dan is het geen enkel probleem.
Dag Michiel, Mooi hoe je de taxonomie naast elkaar hebt gezet. Bloom gaf inderdaad aan dat een rijke leeractiviteit bestaat uit alle niveaus en dat dit niet in opeenvolging gaat. Daarom hebben we voor leerkrachten een handige ‘bloem’ ontworpen waarin ze een korte uitleg bij de denkvaardigheden kunnen vinden en er ook vragen en opdrachten bij zien: https://www.sameninontwikkeling.nl/samen-onderzoeken/omgaan-met-verschillen/waaier-van-bloom
Michiel
Wat vind je van deze herziene taxonomie – gebaseerd op kennis en denkvaardigheden?
https://snro-instituut.nl/wp-content/uploads/2017/09/bloom.pdf
In Vlaanderen zijn we begin dit jaar in de eerste graad begonnen in een onderwijsvernieuwing waar er met bovenstaande taxonomie wordt gewerkt om leerlingen te gaat indelen op basis van beheersingsniveau’s (abstractieniveau’s).
Ik kan jammer geen foto inplakken maar bovenstaande taxonomie wordt bij ons op school als volgt onderverdeeld (en visueel voorgesteld in presentaties):
Alle leerlingen van de eerste graad krijgen nu:
– een basispakket (beneden op blokken) = feiten en concepten + onthouden en begrijpen
Er wordt daarna een onderscheid gemaakt van wat ‘differentiële doelen’ wordt genoemd:
– een pakket ‘verbredend’ (midden op de blokken) = + procedureel + toepassing en analyse
– een pakket ‘verdiepend’ (hoger op de blokken) = + metacognitie + evalueren en creëren
Is dit volgens wat Bloom bedoelde?
Is het niet de bedoeling dat minder sterke leerlingen ook leren om abstracter denken? Is het niet belangrijk dat ze alle onderdelen van een leercirkel doorlopen (‘Kolb’)?
Heeft dat abstracte denken ook niet te maken met een biologische ontwikkeling van het kinderbrein, m.a.w. of/en wanneer ze in staat zijn om abstracter te denken?
Ik probeer mij wat in te werken in deze taxonomie want die komt er binnen twee jaar voor mij als leerkracht ook aan 🙂
Alvast bedankt voor je feedback.
met vriendelijke groet,
Frank
Hoi Frank! Mooi overzicht en ik ken het van het boek wat hier over geschreven is: De Taxonomie van Bloom in de klas: een review.
Ik blijf wel bij het oorspronkelijke punt van dit artikel: het was niet de insteek van Bloom dat het als een ‘schaal’ gebruikt zou worden. Ook minder sterke leerlingen moeten bezig zijn met metacognitie, evalueren en creëren. Het klinkt snel logisch: sterkere leerlingen zijn daar beter in dus dan zal het ook wel op zo’n manier ingezet moeten worden. Dat maakt het ook lastig, want zo houd je het in stand: leerlingen die goed zijn in bepaalde vaardigheden oefenen die dan meer, en andersom.
Kortom: De taxonomie van Bloom is niet bedacht als instrument om leerlingen te verdelen over leeractiviteiten, maar juist om leeractiviteiten überhaupt zichtbaar te maken. Alle leerlingen zouden daarbij in aanmerking moeten komen voor alle soorten leeractiviteiten.
Michiel
Bedankt voor je duidelijke uitleg.
Ik ben het compleet eens met wat je zegt.
Alle leerlingen moeten inderdaad uitgedaagd worden in verschillende soorten leeractiviteiten en verschillende manieren van kennisverwerving.
Bij het werken met een (grote) groep is een goede differentiatie op basis van snelheid, complexiteit en mate van zelfstandigheid niet altijd even gemakkelijk en blijven er voor leerkrachten toch vaak veel beperkingen op het vlak van middelen.
Hoi Frank,
Dat klopt, differentiatie is ook echt een vak op zich. Heb je daar ons artikel over gezien? Misschien dat dat extra kan helpen!
Differentiatie in de klas: de keuze is reuze
Hallo Michiel,
Goed heldere uitleg die echter niet helemaal klopt volgens mij (zie https://quincycollege.edu/content/uploads/Anderson-and-Krathwohl_Revised-Blooms-Taxonomy.pdf
een mooie samenvatting). Maar dat is een “theoretische” discussie.
Belangrijk vind ik dat je artikel niet veel begrip weergeeft over waarom deze opvatting over Anderson/Krathwohl zo vaak wordt gebruikt om onderwijsvernieuwing te stimuleren.
Zoals revised Bloom gebruikt wordt geeft hij beheersingscriteria bij lesinhoud weer, en dat is een groot gewin ten opzichte van alleen lesinhouden.
Daarnaast: Het nastreven van de “ hoger niveau doelen” per leereenheid heeft ook grote voordelen. Het stimuleert om te zoeken naar mooie uitdagende einddoelen in de vorm van herkenbare evaluatie, creatie of analysetaken in de leef of werkwereld. (terzijde zie ook romizowski productieve kennis en Merrienboer complexe vaardigheden). Daar heb ik heel veel onderwijs veel beter van zien worden, en docenten uitgedaagd in hun lesontwerp.
Ook mss belangrijk het verschil tussen vaste en vloeibare intelligentie?
De hierarchie pyramide “Bloom” die men citeert gaat over vloeibare intelligentie en denkoperaties en niet om de harde schijf (wat we precies leren), die had Bloom ook maar wordt minder gebruikt (bij Romizowski daarentegen weer wel).
Ik begrijp in Bloom zeker wel hierarchie in cognitieve operaties in, en zeker een groot verschil tussen toepassen en creeren. Kijk daarvoor bv. ook naar het begrip hele taak van Fred Janssen.
Daarnaast geeft het gebruik van Bloom op de door jouw geschetste “foutieve” wijze misschien een grote behoefte aan mbt het rechtvaardigen van de wijze waarop we de harde schijven van onze studenten vullen?
We zijn immers ook gestopt met uit het hoofd leren van historische jaartallen: is ons begrip van de geschiedenis daardoor minder geworden?
Als we voor het ontwerp van ons onderwijs Bloom niet (meer mogen of kunnen) gebruiken als beheersingscriteria, kunnen we ook 4 cid of SOLO taxonomie gebruiken voor dezelfde behoefte: zinvol onderwijs met grote/hele taken waarbij hulp naar behoefte wordt gegeven en waarin we werken naar opklimmende complexiteit.
Groeten,
Rick
Hoi Rick,
Je haalt een aantal interessante punten aan! Wat mij betreft is Bloom een handige manier om les/leeractiviteiten te beschrijven, en niet om daar een systeem van te maken. Op het moment dat je dat doet wordt het ingewikkeld, zoals je ook terecht aangeeft.
Wat betreft de herziene versie: hoewel deze aangescherpt is blijft het lastig om een echte ‘harde’ volgorde aan te houden. Ik denk dat het onderwijs (en vooral leerlingen!) er meer bij geholpen zijn om het dus op een andere manier in te zetten. Niet als theoretisch model, maar als hulpmiddel bij het bedenken van diverse les/leeractiviteiten.
https://www.youtube.com/watch?v=0nu-8Y5gEx0&feature=youtu.be
Hai in bovenstaande link vanaf (6,31 is er een drie D beeld vd voorstelling waardoor je toch wel een mooie situering kan krijgen van je student.
Interessant artikel!
Het piramide-model voegt verder weinig toe. Het piramide model als interpretatie is waarschijnlijk sterk beïnvloed met oog op de industrialisatie uit die tijd die nog steeds in zekere zin nagalmt in onze tijd, denk bijvoorbeeld aan het algemeen maatschappelijk business model – van baas naar werknemer. Een zogenaamde aanname: overal is een keten met iemand boven de ander, dus leermodellen zouden die vorm dus ook moeten krijgen.
Zelf als onderwijzer vind ik deze piramide-taxonomie erg oudbollig en weinig tot niets zeggend. Het is erg individueel gericht, weinig tot niets zegt over intrinsieke motivering; leren in samenwerkingsverband.
De fout van de interpretatie van deze taxonomie zit hem in de aanname dat een beloning/strafsysteem (ons huidige punten/cijfersysteem) een goed lesmodel is, en dat Bloom’s taxonomie leermodel hier naadloos op aansluiten moet; kan dit niet, dan misschien de vorm en definities hier en daar manipuleren.
Hier wordt zonder erbij na te denken voorbijgegaan aan het intrinsieke motiveringsbeginsel, dat de basis vormt voor hogere orde denken ontwikkelen en de kwaliteit van deze ontwikkeling; niet een extrinsiek cijferbeloningssysteem vormt de basis voor ontwikkeling van hogere orde denken.
Daarbij is het dan ook erg tegenstrijdig, enerzijds een taxonomie die een richtlijn zou kunnen vormen voor hogere orde denken, en anderzijds een puntensysteem dat een soort van beloningssysteem en strafsysteem vormt, waarbij de leerling extrinsiek gemotiveerd wordt, niet om intrinsieke motivatie te ontwikkelen, maar voor goede cijfers te gaan en het pleasen van de leerkracht voor een goed cijfer (de intrinsieke motivatie voor het leren zelf blijft hierdoor merendeels uitgesloten).
Uit onderzoek is niet gebleken dat deze extrinsieke motivering een positieve bijdrage levert aan intrinsieke motivatie, integendeel, het tegenovergestelde is vastgesteld door de wetenschap. Zie bijvoorbeeld: https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/0030507372900475
Zouden we de taxonomie niet in piramide vorm gebruiken, en ook niet pogen binnen een puntensysteem te plaatsen, maar individueel tussen leerling en leerkracht als richtlijn gebruiken, bijvoorbeeld aan de hand van een persoonlijk en professioneel portfolio en een soort van leerweg en contract die samen gevormd wordt tussen leerkracht en leerling, dan zou dit model een goede richtlijn kunnen vormen. Geef leerlingen zelf de mogelijkheid om met leerkrachten hun leertraject uit te stippelen, en laat de leerkracht een uitgangspunt zijn om structuur te brengen aan het leertraject, en laat leraren keuzes die een leerling hierin maakt wel overwogen zijn en indien nodig de weg te wijzen met duidelijk onderbouwde feedback.
Als laatste nog even suggestie. De volgorde zou – in naam van de logica – misschien aangepast kunnen worden naar:
Onthouden – Analyseren- Begrijpen – Evalueren – Toepassen – Creëren
Ik ben zelf student Onderwijswetenschappen en opmerkelijk genoeg werd de taxonomie van Bloom vorig studiejaar (20/21) nog kort behandeld mét het hiërarchische plaatje en beschrijving bij het vak Instructie en Leren. Het boek dat we daarbij gebruikten was van Valcke, Onderwijskunde als ontwerpwetenschap (2019).
Ik ben pas sinds kort docent (ingestapt vanuit het bedrijfsleven) en verbaas mij over de beperkingen die bij het ontwikkelen van een cursus worden opgelegd vanuit de meer ervaren docenten. Die baseren zich daarbij steeds op Bloom. “In het eerste jaar de nadruk leggen op kennis onthouden en pas in het laatste jaar analyseren en toepassen.”, is steeds de slogan.
En dit gaat over volwassenenonderwijs.
Mijn vragen zijn:
Heeft Bloom zijn taxonomie gebaseerd op het ontwikkelingsproces van hersenen? En zo ja, bij welke groep heeft hij dat gemeten (kinderen, pubers, volwassenen?).
Is de leervolgorde die hierboven wordt geschetst (eerst onthouden, dan….etc) legitiem of onzinnig. Uit de reeds gegeven reacties kies ik voor onzinnig, maar ik wil het even zeker weten. En indien onzinnig, wat zijn dan wetenschappelijke artikelen/studies waarmee ik de mening van mijn meer ervaren collega’s (onweerlegbaar) kan weerleggen.
Ik hoor/lees het graag.
Hartelijke groet,
Rob Spape
Hallo Rob,
Precies daar gaat dit artikel natuurlijk over: het is een inventarisatie van activiteiten, onder opbouw of zonder het te koppelen aan de (brein)ontwikkeling van leerlingen of studenten. Het oorspronkelijke materiaal van Bloom is wellicht wat gedateerd, maar de herziene taxonomie laat dit wel duidelijk zien. Heb je daar voldoende aan?
Dus je mag de leerstof in een willekeurige volgorde aanbieden, bijvoorbeeld analyseren toepassen en theorie leren tegelijkertijd in 1 opdracht. Dat zou mooi zijn!
Hallo Michiel,
Hoe wordt de laatste zin voor de afbeelding bedoeld? ‘Daarbij staat kennis onder de rest. Reden hiervoor is dat (basis)kennis vaak de fundering is oftewel noodzakelijk is voor de rest (Wiliam, 2017). ‘
De term ‘kennis’ zie ik in de afbeelding niet terug, of zie ik iets over het hoofd?
groet, Esther
Dag Esther,
Daar is inderdaad iets misgegaan, de afbeelding is zojuist aangepast 😊