Binnen het onderwijs zijn er verschillende pedagogen, onderzoekers, filosofen en psychologen die tot op de dag van vandaag invloed hebben op hoe wij onze lessen vormgeven. Binnen de serie ‘Het gedachtegoed van…’ verdiepen we ons in het gedachtegoed van één van die invloedrijke personen. Deze week: John Dewey.
Education is not preparation for life; education is life itself.
John Dewey
John Dewey (Burlington, 1859 – New York, 1952) was een Amerikaans filosoof, psycholoog en pedagoog. Zijn werk leverde onder andere belangrijke bijdrage aan de pedagogische wetenschappen, de opvoedingsfilosofie en de filosofische stroming van het pragmatisme. Door sommigen wordt hij tevens genoemd als één van de belangrijkste filosofen van de 20e eeuw.
Dewey groeide op in Vermont, een van de oostelijke staten van de VS. Na een studie filosofie ging hij werken als (hoog)leraar en aan verschillende universiteiten. Vanaf de jaren 1890 kwam zijn focus te liggen op het pragmatisme: De filosofische stroming die uitgaat van het verbinden van de theorie aan de praktijk. Van 1894 tot 1904 richtte Dewey zich op een pedagogisch experiment, de ‘laboratoriumschool’ aan de Universiteit van Chicago: De leerlingen kregen niet de standaardvakken maar werkte aan vakken door middel van een ‘project’. Deze school staat momenteel in de top vijf beste scholen in het land.
Na 1904 ging Dewey werken aan de Teachers College van de Columbia University in Chicago. In 1916 bracht hij een boek uit: Democracy & Education, een echte klassieker. In de jaren 20 en 30 ontwikkelde Dewey zich meer tot politiek filosoof en hield hij zich bezig met de enorme omwentelingen in de technologie en de economie.
We do not learn from experience… we learn from reflecting on experience.
De gedachte van John Dewey
In zijn boek Democracy & Education schrijft Dewey dat er op twee vlakken – school en de burgermaatschappij – een verandering nodig was, vooral met het oog op het stimuleren van creativiteit en pluralisme: Het uitgaan van een sociale samenleving, waar systemen zoals de overheid, de kerk en het bedrijfsleven elkaar in balans houden – de tegenhanger van het totalitaire systeem. Dewey stelde dat voor een goede democratie niet alleen uitbreiding van het stemrecht nodig was, maar dat het ook nodig was er voor de zorgen dat er een volledig gevormde publieke opinie bestaat. Hij stelde dat dit kon worden bereikt door effectieve communicatie tussen burgers, deskundigen en politici, maar ook door een goede opvoeding en een goed onderwijssysteem. Dewey was er van overtuigd dat de school een samenleving in het klein was, waar studenten werden klaargestoomd tot volwaardige burgers van de samenleving.
Basisschoolklas op de Laboratory School in Chicago.
Dewey was ervan overtuigd dat studenten vooral leren door te doen: Progressive Education; hands on approach (pragmatisme). Hij vond het hierbij ook belangrijk dat er goed werd gekeken naar de interesses en behoefte van de studenten. Essentieel was daarbij het laten ontdekken van de wereld, bij voorkeur door een interdisciplinair curriculum, zoals projectonderwijs, waarbij de studenten op eigen initiatief in of uit het lokaal konden bewegen, waarbij de docent meer ondersteunt en faciliteert. Deze gedachte valt tegenwoordig onder het sociaal-constructivisme, een stroming die uitgaat van leren als een sociaal proces en dat het gaat om het beeld dat de lerende maakt van de kennis die aangereikt wordt. Hieruit komen onderwijsvormen als projectgestuurd leren, waarbij leerlingen in groepen zelf op zoek gaan naar het juiste antwoord. Het reflecteren op het geleerde is hierbij ook erg belangrijk.
Ook vond Dewey het belangrijk dat kinderen tot kritische burgers werden opgevoed die respect hadden voor andere talenten, interesses, opvattingen en achtergronden. Het idee van opvoeden tot ‘kritische burgers’ waarbij ‘rekening werd gehouden met hun behoeftes en interesses’ was in die tijd niet gewoon: De algemene opvatting was toen dat kinderen juist allemaal dezelfde, brave burgers moesten worden; creativiteit en een kritische houding zouden dit in de weg staan.
We only think when confronted with a problem.
De invloed van John Dewey
Dewey ging op meerdere vlakken tegen de bestaande stroming in en heeft daarmee veel scholen, van PO tot WO, geïnspireerd (zo zijn er meerdere scholen naar hem vernoemd). Zijn naam komt regelmatig voorbij en zijn ideeën zijn zeer relevant voor discussies over onderwerpen als: De samenhang in het curriculum, burgerschapsvorming en maatschappelijke stages. Leren door te doen is hierbij erg belangrijk: Op diverse scholen in New York zijn leerlingen hier al veel mee bezig en ook bij disciplines als Maker Education en een onderwerp als loopbaanbegeleiding (werkexploratie) speelt dit een belangrijke rol: Dit laatste zou volgens Dewey zijn gedachte niet eens vak zijn, maar onderdeel van het gehele curriculum.
Meer lezen over het gedachtegoed van John Dewey? In 2011 verscheen het boek: John Dewey over opvoeding, onderwijs en burgerschap. Een keuze uit zijn werk, naar het Nederlands vertaald door Joop Berding, die promoveerde door zich te verdiepen in het werk van Dewey.
Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs. Daarvoor onderwijskundige in het hoger onderwijs en leraar geschiedenis en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Praat graag over en is graag bezig met: didactiek, curriculumontwerp, toetsing, leren leren en veranderkunde. Actieve ontwikkelaar, onderzoeker en spreker.
Interessant!
‘A very powerful complex of foundations and allied organizations has developed over the years to exercise a high degree of control over education. Part of this complex, and ultimately responsible for it, are the Rockefeller and Carnegie groups of foundations.
These foundations were, by way of grants amounting to hundreds of millions of dollars, responsible for the nationwide acceptance of avowed socialist John Dewey’s theories of progressive education and permissiveness -the products of which have been marching on our college campuses for the past two decades.
Traditionalist teachers, who had been strongly resisting Deweyism, were swamped by education propagandists backed with a flood of Rockefeller-Carnegie dollars. At the same time the National Education Association, the country’s chief education lobby, was also financed largely by the Rockfellers and Carnegie foundations.
Research and experimental stations were established at selected universities, notably Columbia, Stanford, and Chicago. Here some of the worst mischief in recent education was born. In these Rockefeller-and-Carnegie established vineyards worked many of the principal characters in the story of the suborning of American education. Here foundations nurtured some of the most ardent academic advocates of upsetting the American system and supplanting it with a Socialist state”
‘
Uittreksel van: Rein de Vries. ‘Revolutie door Schuld’. iBooks.