Het is de afgelopen jaren een veelgehoorde term in onderwijsland: Flipping the Classroom. Om dit model goed te introduceren en succesvol te blijven gebruiken, zijn er wel een aantal dingen die belangrijk zijn, zo heb ik ook ondervonden uit eigen ervaring.
Hieronder 5 praktische tips.
Leer leerlingen filmpjes kijken
Besteed eens een lesuur aan de vaardigheid ‘goed instructiefilmpjes kijken’, het is immers wat anders dan naar een film kijken. ‘De docent praat aan een stuk door over de stof, wat soms erg veel en vermoeiend is’ .. ‘maar waarom pauzeer je het filmpje dan niet en kijk je het filmpje in stukjes?’ en ‘maak je wel aantekeningen en schrijf je vragen op die je hebt?’ – fragmenten uit mijn eerst flipping lessen en iets wat ik tijdens mijn workshops vaker naar voren heb horen komen en ook over lees in de literatuur. Net als ons zullen leerlingen moeten leren om te gaan met een nieuwe manier van lesgeven, waarbij het ook belangrijk is om leerlingen duidelijk te maken wat het doel er van is – goed om even bij stil te staan voordat je flipping introduceert.
Maak filmpjes interactief
Vanuit het traditionele onderwijsmodel zijn wij, en dus ook onze leerlingen, over het algemeen gewend om klassikaal uitleg te geven en om daarbij vragen te stellen en te beantwoorden. De instructie is vaak een interactie tussen docent en leerlingen. Bij een filmpje is dat niet zo: het is vaak een statische uitleg waarbij je als leerling niet direct vragen kunt stellen of aanvullende uitleg kunt krijgen. Ook krijgt je over het algemeen geen controle vragen. Door filmpjes interactief te maken met tools als eduCanon of door vragen er rechtstreeks in te verwerken, betrek je leerlingen meer bij de stof en kun je ook nog eens zien met hoeveel kennis de leerlingen de les in komen.
Flipping the Classroom is geen wondermiddel
Zie het flipmodel als toevoeging, niet als vervanging. Stel: De instructie is gegeven, de filmpjes zijn gemaakt of gevonden en je les op basis van die voorkennis vindt plaats. Vervolgens komt er een leerling naar je toe die zegt ‘Ik vond de stem irritant om naar te luisteren’, waarop een andere leerling tegen je zegt ‘Ik heb liever dat je de stof in de les uit legt, dat is duidelijker’. Oh.. ‘ah, ze moeten er vast even aan wennen’ denk je nog. Maar de lessen daaropvolgend blijven diverse leerlingen er bij dat ze liever klassikaal les krijgen, om maar niet te spreken over de leerlingen die de filmpjes niet meer kijken omdat het niet ‘hun ding’ is. Het is belangrijk om te beseffen dat het flipmodel perfect gebruikt kan worden om te differentiëren, maar het daarbij ook om leerstijl-differentiatie gaat: niet alle leerlingen leren graag op die manier. Vooral vmbo leerlingen vinden persoonlijke uitleg belangrijk, zo heb ik ervaren.
Maak een flip-plan
Een goede les bestaat uit een duidelijk lesplan, wat bij flip-lessen niet anders is. Ga je video’s van andere docenten gebruiken of ga je zelf video’s maken? Hoe ga je dat precies doen? Wat verwacht je precies van je leerlingen? Het is belangrijk om voorafgaande aan het toepassen de introductie van flipping the classroom goed na te denken over je aanpak. Op die manier hebben ook leerlingen helder voor ogen wat er komende tijd bij bijvoorbeeld en bepaald onderwerp de bedoeling is.
Begin klein
Enthousiasme vaak goed, maar het is belangrijk om niet snel je gehele curriculum om te gooien; de kans is dan groot dat je leerlingen achter laat. Flip dan ook stap-voor-stap je lessen. Begin bijvoorbeeld met de makkelijkste lessen en ontdek samen met leerlingen wat de prettigste manier van werken is, dan kan namelijk per klas of leerling verschillen.
Ook aan de slag met Flipping the Classroom? Kijk op onze thema pagina voor meer artikelen en tools.
Meer lezen over het onderwerp? Leestip: Flip Your Classroom van Jonathan Bergmann.
Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs. Daarvoor onderwijskundige in het hoger onderwijs en leraar geschiedenis en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Praat graag over en is graag bezig met: didactiek, curriculumontwerp, toetsing, leren leren en veranderkunde. Actieve ontwikkelaar, onderzoeker en spreker.