Nieuwe technologie integreren in een school gaat vrijwel nooit van een leien dakje. Soms gaat het compleet mis, soms gaat het juist wonderbaarlijk goed. Maar welke factoren spelen hierbij nu een rol? Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de integratie van nieuwe technologieën en naar welke factoren belemmerend kunnen werken. Khe Foon Hew en Thomas Brush (Hew & Brush, 2007) hebben in 2007 een meta-analyse gemaakt van alle belemmerende factoren en kwamen uit op 123 verschillende soort problemen, barrières en belemmerende factoren bij het integreren van technologie in de les. Deze zijn ingedeeld in 6 verschillende categorieën:
– Hulpbronnen,
– Kennis en vaardigheden,
– Structuur,
– Attitudes en overtuigingen,
– Beoordeling,
– Vakcultuur
Hieronder worden deze verschillende categorieën verder uitgewerkt.
Hulpbronnen
Deze vorm van barrière bij het invoeren van nieuwe technologieën is op te delen in vier verschillende onderdelen die hieronder verder uitgelegd worden
Technologie: Onder het gebrek aan technologie wordt verstaan: het niet aanwezig zijn of niet voldoende aanwezig zijn van hardware, software en of extra accessoires. Wanneer dit niet aanwezig is, of niet voldoende aanwezig is, is er geen of weinig kans voor docenten om de technologie in te passen in het onderwijs.
Toegang tot aanwezige technologie: De toegankelijkheid van de aanwezige technologie is ook erg belangrijk, zelfs wanneer het lijkt alsof er een overvloed aan faciliteiten is. Het gaat dan vooral om de lokatie. Als er computerruimtes zijn, maar ook ‘gewone’ lokalen, dan zijn docenten al snel geneigd om niet met computers te werken.
Tijd: Een andere barrière is het gebrek aan tijd. Docenten hebben uren nodig om het materiaal te kunnen gebruiken of voor te bereiden zodat leerlingen het kunnen gebruiken. Doordat tijd niet overvloedig is in het onderwijs is het mogelijk dat docenten hierdoor de keuze maken om geen gebruik te maken van nieuwe technologieën.
Technische ondersteuning: Als vierde punt bij de hulpbronnen gaat het om de technische ondersteuning. Wanneer docenten niet de juiste ondersteuning krijgen hindert dit het gebruik van de technologie.
Kennis en vaardigheden
Een van de grootste barrières in het gebruik van nieuwe technologieën is een gebrek aan kennis en/of vaardigheden bij docenten. Het gebrek aan kennis en vaardigheden kan opgedeeld worden in de volgende punten:
Technische kennis en vaardigheden: Een van de meest voorkomende reden van het niet gebruiken van nieuwe technologieën is het gebrek aan technische kennis en vaardigheden. Wanneer docenten geen kennis hebben van de technologie zullen zij hier geen gebruik van maken
Didactische kennis en vaardigheden met betrekking tot technologie: Het kan ook voorkomen dat docenten wel om kunnen gaan met de techniek, maar geen kennis of vaardigheden hebben op het gebied van de didactische kant van het inzetten van technologie. Bij het inzetten van technologie kan er voor 3 manieren gekozen worden: vervangen, verbeteren of veranderen van de manier van lesgeven.
Pedagogische kennis en vaardigheden met betrekking tot technologie: Ook op het gebied van klassenmanagement kan zich een barrière vormen als het gaat over het inzetten van nieuwe technologieën in de les. Een traditionele lessituatie is statisch en voorspelbaar, daar waar het gebruik van nieuwe technologieën zorgt voor meer dynamiek en onvoorspelbaarheid. Dit kan docenten ook tegenhouden
Structuur
Als het gaat over de structuur binnen school kunnen er ook verschillende problemen optreden. Het gaat daarbij om de volgende punten:
Leiderschap: Wanneer docenten zich niet gesteund voelen in het gebruik van nieuwe technologie, of juist het gevoel hebben onder druk gezet te worden bij het gebruik benadeeld dat de inzet ervan.
Inflexibiliteit in het rooster: Als er geen ruimte is om gebruik te maken van de ruimtes met technologieën dan vormt dit ook een duidelijke blokkade in het gebruik er van.
Schoolvisie: Het komt ook voor dat het een school aan visie ontbreekt bij het inzetten van nieuwe technologieën. Het materiaal wordt dan wel gekocht maar er is vervolgens geen plan over het inzetten ervan.
Attitudes en overtuigingen
Een andere grote barrière bij het gebruik van nieuwe technologieën zijn attitudes en overtuigingen als het gaat over het inzetten van nieuwe technologieën door docenten.
Attitude: Binnen de context van het integreren van technologie kan de attitude gezien worden als het gedrag dat een docent vertoond als het gaat om het voor of tegen zijn van meer gebruik van technologie in de klas. Wanneer docenten tegen nieuwe technologie zijn zullen ze deze niet inzetten.
Overtuigingen: Bij het gebruik van nieuwe technologie spelen ook overtuigingen een rol. Wanneer een docent nieuwe technologie slechts ziet als een manier om leerlingen bezig te houden, dan zal het effect van het inzetten van deze technologie minder groot zijn.
Beoordeling
De manier waarop beoordeeld wordt kan ook een grote barrière zijn bij het integreren van technologie in de lessen.
High-stakes testing: Wanneer het gaat om toetsen waar veel van af hangt (zoals het halen van een diploma) zorgt dit voor veel druk waardoor er geen ruimte is om te experimenteren met nieuwe vormen van instructie. (Fox & Henri, 2005)
Automatisering van beoordeling: Aan de andere kant vormt ook het automatiseren van beoordelingen een barrière voor het effectief inzetten van technologie. Wanneer docenten technologie alleen gebruiken om op een eenvoudige manier beoordelingen te behalen en vergelijken, dan ondermijnt dit de mogelijkheden die technologie biedt.
Exameneisen: Wanneer het gebruik van nieuwe technologie verboden is bij het eindexamen, dan zal deze tijdens het leerproces ook niet ingezet worden zodat leerlingen het niet fout aanleren.
Vakcultuur
Als laatste barrière is er ook de specifieke cultuur die binnen een vakgebied kan heersen. Docenten zullen geen gebruik maken van nieuwe technologieën als dat voor hen in strijd is met de normen die ze stellen binnen hun vak.
Samenhang tussen de verschillende barrières
In de uitwerking zijn de verschillende barrières als aparte punten beschreven, maar in de dagelijkse realiteit heerst er een grote samenhang. In het onderstaande model is geprobeerd de onderlinge samenhang zo goed mogelijk weer te geven:
Zoals uit het model blijkt zijn er vier directe barrières als het gaat om het integreren van nieuwe technologie: de attitude en overtuigingen van docenten, de kennis en vaardigheden van de docenten, de hulpbronnen en als laatste de structuur binnen school. Onderling hangen deze punten ook allen samen, zoals te zien is in het model.
Indirect wordt de integratie beïnvloed door de vakcultuur en de manier van beoordelen. Deze punten beïnvloeden de attitudes en overtuigingen van docenten, maar niet direct de integratie van nieuwe technologieën. Door de helderheid die dit model schept kan er ook gekeken worden naar welke strategieën er ingezet kunnen worden om deze barrières te trotseren. In een volgend artikel zal hier dan ook aandacht aan besteed worden.
Docent, onderwijsontwerper & maker. Altijd veel ideeën, en op zoek naar de verbinding tussen leren, creativiteit en technologie. Onderwijs kan altijd beter, maar mag ook zeker leuker! Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs.
Je ziet dit nog steeds! Klaslokalen worden volgezet met de nieuwste snufjes als tablets en digiboarden zonder dat leraren worden opgeleid om hier mee om te gaan. De hoofdpersoon in de klas begint dus automatisch al met een achterstand terwijl de klas dan nog moet beginnen. Beetje een falend systeem naar mijn mening.