De wereld van onderwijs zit bomvol lastige concepten. Denk aan blended learning, synchroon en asynchroon leren of constructive alignment: onderwijsconcepten waar je als docent flink het hoofd over kan breken. In de animatieserie ‘Barend legt uit’ legt auteur Barend Last daarom lastige onderwijsconcepten, makkelijk uit. Dit keer: onderwijsontwerp.
Onderwijsontwerp
Elk onderwijsontwerp is opgebouwd uit verschillende lagen. Zie het geheel van een onderwijsontwerp als een boom (zie figuur). De wortels staan voor een bepaalde onderwijsfilosofie. Deze onderwijsfilosofie is gebaseerd op leertheorieën, zoals het constructivisme of het cognitivisme.
Vanuit de wortels groeit een stevige stam die staat voor de visie op onderwijs en leren van een instelling of van jou als docent zelf. Maar alleen een visie geeft nog niet zoveel richting bij onderwijsontwerp. Daarom is het nodig om theoretische leer- en ontwerpprincipes te formuleren, die vanuit de stam vertakken (zie bijvoorbeeld deze uitwerking). De leer- en ontwerpprincipes samen vormen je onderwijsmodel.
Ten slotte staan de blaadjes aan de takken voor de technieken die je inzet, zoals didactiek, werkvormen, tools, enzovoort. Alleen maar aandacht besteden aan de blaadjes heeft als risico dat er geen stevig fundament aanwezig is, waardoor de uitwerking als los zand aan kan voelen.
Een voorbeeld
De opbouw van onderwijsontwerp is goed te illustreren aan de hand van een voorbeeld. Stel dat een instelling haar ideeën over leren baseert op het constructivistische gedachtegoed, waarin men onder meer ervanuit gaat dat kennis actief wordt geconstrueerd in interactie met anderen. Dan is het heel voor de hand liggend dat ik in mijn visie op onderwijs en leren aandacht besteed aan samenwerken en activerend leren. De volgende zin zou dan bijvoorbeeld in de visie kunnen staan:
De student doet veel opdrachten, loopt stages, krijgt kansen om te proberen en maakt eigen keuzes. We verbinden met docenten, medestudenten en de wereld.
Hoewel deze zin prima is voor een visie, zegt hij eigenlijk nog niet veel over hoe het onderwijs ontworpen dient te worden. Daarom is het zaak nog een stap verder te gaan, en de visie te laten vertakken in concrete theoretische leer- en ontwerpprincipes. Voor de beschreven zinnen hierboven, zouden dat de volgende principes kunnen zijn:
- Collaboratief leren: veel samenwerken, socialiserende activiteiten opzetten, discussieopdrachten aanbieden.
- Actief leren: studenten zoveel mogelijk aan het werk zetten, veel opdrachten aanbieden, feedback inbouwen, interactie maximaliseren.
- Contextueel leren: veel voorbeelden geven, authentieke opdrachten, aansluiten bij beleefwereld van studenten.
Deze principes geven – in tegenstelling tot de visie – wel duidelijke richting voor de keuzes die gemaakt moeten worden in het ontwerpproces. Vaak zijn deze principes veelvuldig onderzocht in effectiviteitsstudies. Door deze principes te verhelderen en te combineren, ontstaat een door onderzoek geïnformeerd onderwijsmodel, dat de basis dient voor de verdere uitwerking van het ontwerp voor cursussen en programma’s.
Meer weten?
Wil je graag meer weten over onderwijsontwerp? Lees verder in het boek ‘Blended learning en onderwijsontwerp: Van theorie naar praktijk’ of ons boek Curriculumontwerp in een notendop.
Zelf onderwijs ontwerpen? Bekijk dan onze tool Curriculum Playground, of onze CurriculumKit VO of CurriculumKit HO.
Barend Last werkte als leraar en schoolleider in het basisonderwijs, en stroomde later door naar het hoger onderwijs. Inmiddels werkt hij als spreker, trainer, schrijver en onderwijsadviseur bij Buro Mindshift. Barend schreef diverse boeken over onderwijs, waaronder het recente ‘Chatten met Napoleon’ over verantwoord werken met generatieve AI in het onderwijs. Ook schreef Barend diverse kinderboeken. Meer op www.barendlast.com.