Leerlingen zelf vragen laten maken, op niveau

Een paar lessen voor de toetsweek willen leerlingen vooral tijd om te leren. Jongens lezen het lesboek nog eens door en de meisjes onderstrepen de kernbegrippen of maken een samenvatting. Inmiddels is er overtuigend bewijs dat dit weinig effectieve leerstrategieën zijn. Maar wat dan wel? ‘The winner is testing’ volgens Paul Kirschner.

Natuurlijk kun je leerlingen oefentoetsen laten maken, maar uit meerdere onderzoeken blijkt dat het effectiever is om leerlingen zelf vragen te laten bedenken over de leerstof en daar de juiste antwoorden bij te laten zoeken (Wiliam, D & S. Leahy, 2018). Leerlingen zelf vragen laten maken over de leerstof leidt echter niet direct tot diepgaande, complexe vragen waarbij leerlingen de stof echt hebben moeten doorgronden. Vaak blijven leerlingen steken in eenvoudige lagere orde vragen (Wanneer begin WOI? Wat is het scheikundige symbool voor ijzer? Is het ‘le’ of ‘la’ cheval?)

Vragenformats

In het boek ‘Formatieve assessment’ beschrijven Dylan Wiliam en Siobhán Leahy een eenvoudige manier waarmee je leerlingen aanzet tot het formuleren van hogere orde vragen: het gebruik van vraagformats (zie onderstaand voorbeeld uit een les).

“Maar ik snap er niets van, hoe kan ik er dan vragen over maken!” is een veelgehoorde reactie als leerlingen aan deze werkvorm beginnen. Hier zit ook direct het grote leerpunt van deze strategie: leerlingen krijgen direct inzicht of ze de kennis hebben en/of kunnen integreren en toepassen. Leerlingen halen namelijk niet alleen informatie die zij eerder hebben geleerd op uit hun geheugen. Deze formats dwingen leerlingen ook om vragen te bedenken die het niveau van feitenkennis ontstijgen. Dankzij deze formats denken leerlingen na over verschillen en overeenkomsten. Zij leggen verbanden tussen begrippen, processen of theorieën, bepalen oorzaak-gevolgrelaties en/of doen voorspellingen. Hiervoor moeten ze de stof op hoog niveau bestuderen of beheersen.

Peerfeedback

Zowel het formuleren van hogere orde vragen als het bijbehorende juiste antwoord, zorgt ervoor dat dit een effectieve leerstrategie is. Paul Kirschner geeft aan dat “het beter werkt leerlingen zelf het antwoord te laten bedenken dan dat ze antwoorden herkennen”.

Bespreek met leerlingen dat de opdracht vooral gaat om het formuleren van vragen en antwoorden, niet of ze de vragen van de klasgenoot kunnen beantwoorden. Bij de mondelinge bespreking (punt 5) zijn de leerlingen in hun feedback naar elkaar duidelijker dan jij als docent ooit zou durven zijn. Bij deze bespreking komen leerlingen er soms achter dat hun vraag of bijbehorend antwoord vaag of onjuist was en/of dat ze de stof toch niet goed begrepen hebben.

Tips

Enkele tips die deze werkvorm extra effectief maken:

  • Leg de lat niet te hoog, drie hogere orde denkvragen is voor veel leerlingen al een hele klus.
  • Laat een timer meelopen als leerlingen vragen maken. Schaarste in tijd maant leerlingen tot actie.
  • Zorg dat leerlingen toegang hebben tot verschillende informatiebronnen: lesboeken, atlas, binas, etc…
  • Intervenieer als docent bij punt 1 zo weinig mogelijk. (Peer)feedback komt aan bod vanaf punt 3.

Heb je voorbeelden of ideeën hoe jij ‘zelf vragen maken’ inzet om leerlingen te laten leren? Laat het ons weten in de reacties.

Literatuur

Wiliam, D. & S. Leahy (2018). Formatieve assessment: integreren in de praktijk. Rotterdam, Nederland: Bazalt.

image_pdfDownload artikel

4 thoughts on “Leerlingen zelf vragen laten maken, op niveau

  1. Ik ben tweedejaars pabostudent. Ik heb deze werkvorm gebruikt in groep 7/8, maar dan met minder eisen. Had ik in mijn groep ook beter deze eisen kunnen stellen (gebruik maken van antwoordformats), of is dat te hoog gegrepen? Ik denk zelf namelijk dat het wat te hoog gegrepen was, maar misschien hebben jullie nog tips hoe ik deze werkvorm wel effectief kan gebruiken in groep 7/8?

    1. De gegeven formats zijn voorbeelden van formats. Je kunt ze naar eigen inzicht aanvullen of wijzigen. Dat hangt af van je doel en het onderwerp. Als ze twee dingen moeten vergelijken, is het format ‘wat zou er gebeuren als…’ niet heel zinvol.
      Je kunt formats maken in de vorm van ‘wat hoort niet in het rijtje thuis’ of ‘zoek de fout en verbeter’…
      Formats helemaal loslaten zou ik niet doen, want dan vervallen leeringen snel in lagere orde denkvragen.

  2. Hallo Reinier en Ilona, Dankjulliewel voor dit artikel. Ik ben docent economie en filosofie en ben ook een groot voorstander van het vragen stellen door leerlingen. Naast de didactische voordelen die hierboven genoemd worden denk ik dat het leerlingen leert om zelfstandig te denken en te leren.

    Om de vragen van leerlingen te organiseren en het makkelijker te maken om elkaars vragen te beantwoorden en na te kijken heb ik een website gemaakt: http://www.peertest.nl. Ik ben benieuwd wat jullie hiervan vinden!

    Groet, Sam

    p.s. Ik kwam erachter dat het helpt om leerlingen de volgende opdracht te geven: “Stel een vraag die jij interessant vindt en waarvan je benieuwd bent wat je klasgenoten erop zullen antwoorden.” Dat voorkomt vragen over jaartallen, etc.

    1. Hoi Sam.
      Peertest ziet strak en goeddoordacht uit. Zeker interessant om eens in de les te proberen. Je eindigt een van je blogs met de vraag ‘ik ben erg benieuwd wat docenten, gebruikers van peertest, en docenten en anderen hiervan vinden’. Dit is een mooie aanleiding om een blog over Peertest (én de achterliggende theorieën over feedback) te schrijven voor deze site, waarin je ook deze vraag kunt stellen. Lijkt je dat wat?
      Groet, Reinier

      ps: de combinatie economie en filosofie is bijzonder en lijkt me heel waardevol!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *