Als er over onderwijs geschreven wordt, gaat het vaak over wat er in het lokaal gebeurt. Didactiek en pedagogiek, al dan niet vernieuwend, ze zijn toch afhankelijk van de randvoorwaarde: een goed lokaal. Maar wat maakt een lokaal nu praktisch bruikbaar, wat voor keuzes kun je maken en wat levert het je op? In dit artikel gaan we aan de slag met het ontwerpen van een nieuwe leeromgeving.
Het ontwerpen van een nieuwe leeromgeving is niet iets wat je dagelijks doet als docent. Er zijn allerlei redenen om (een stukje van) een school opnieuw in te richten. Misschien is het meubilair te oud, zijn er nieuwe didactische ideeën of vindt er een verhuizing plaats. In elke situatie is het nodig om opnieuw te denken over de leeromgeving, en daarbij kun je in een aantal stappen tot een goed ontwerp komen.
Grofweg zijn er 4 stappen die helpen om tot een goed ontwerp te komen:
- Het creëren van een gezamenlijke visie
- Het stellen van de kaders
- Het denken over de didactiek
- Het maken van keuzes
Stap 1: Wat is jullie visie?
De eerste stap is niet de minste: wat is jullie visie op de leeromgeving? Leren vindt niet alleen plaats in het lokaal zelf: er zijn ook veel andere momenten dat leerlingen of studenten bezig zijn met leren en werken voor school. Dit kun je uiteindelijk de leeromgeving noemen: de verzameling aan ruimtes waarin geleerd wordt. Hierbij gaat het niet alleen over fysieke ruimte, maar zeker ook over de online ‘plekken’ waar studenten of leerlingen werken.
Want uiteindelijk draait het om een vraag: wat is je visie op leren en hoe ondersteunt de leeromgeving daar in? Daarbij horen natuurlijk een hoop andere vragen, want wat betekent de ruimte voor jou en voor het leren van de leerling of student? Waar moet de ruimte voor staan? Hoe kan de leeromgeving het leren ondersteunen, verbeteren, uitdagen?
Neem de tijd om deze stap goed te nemen. Denk bijvoorbeeld aan het creëren van gezamenlijke beelden en taal, visualiseer de mogelijkheden én verdiep je in verschillende visies. Vanuit deze gezamenlijke visie kun je vervolgens verder. Het kijken naar voorbeelden kan hierbij helpen.
Stap 2: Wat zijn de kaders?
In de meeste gevallen heb je als school niet onbeperkt de vrijheid bij het vormgeven van de leeromgeving. Je zit vaak vast aan bepaalde kaders. Krijg je een compleet nieuw gebouw, dan zijn de mogelijkheden groter, maar meestal ‘krijg’ je als school een gebouw waarbij je aanpassingen kunt doen. Zo zul je zeker rekening moeten houden met het aantal leerlingen per vierkante meter. Maar ook: wat voor dingen zijn onverplaatsbaar, zoals deuren en ramen? Welke mogelijkheden zijn er om eventueel muren te doorbreken en ruimtes groter te maken? Het in beeld brengen van deze kaders is belangrijk, omdat dit de limieten zijn waar je bij een (kleine) herinrichting aan vast kunt zitten.
Allerlei elementen dus die bepalen wat de kaders zijn van het ontwerp. Laat je hierbij niet tegenhouden door wat niet mogelijk is, maar kijk vooral naar wat je wel kunt doen! Ook in een ‘gewoon’ lokaal met bureautjes kun je veel variëren.
Stap 3: Hoe wordt er gewerkt?
Wanneer de visie en de kaders duidelijk zijn kun je samen aan de slag met de volgende stap. Binnen een krachtige leeromgeving kunnen verschillende werkvormen ingezet worden, waarbij de leeromgeving stimuleert in plaats van afremt. Zo zijn er verschillende manieren van werken in een school, die elk eigen eisen stelt aan de ruimte. Deze didactische kant is de basis van de keuzes die je maakt, en dus is het belangrijk om dit samen te omschrijven. Een aantal voorbeelden:
- Zelfstandig werk: leerlingen/studenten werken (vaak in stilte) zelfstandig aan de opdrachten of taken.
- Groepwerk: leerlingen/studenten kunnen overleggen, samen afspraken maken of samen opdrachten maken.
- Maken/produceren: Experimenten, verven, tekenen, ontwerpen, maken. Veel dynamiek en ruimte om te bewegen.
- Onderzoek: Computers en boeken, leerlingen kunnen zelfstandig onderzoek doen.
- Presenteren/klassikale instructie: Ruimte voor 30 leerlingen/studenten, bord, beamer/scherm.
- Werk bewaren en inleveren: Als er veel gemaakt wordt, waar bewaar je dit dan?
- Ontmoeten: is er ruimte voor leerlingen/studenten om elkaar te ontmoeten?
In een goed ontworpen leeromgeving heb je de ruimte als docent om de leerlingen of studenten op bovenstaande activiteiten zo goed mogelijk te bedienen. Het belangrijke daarbij is de balans: het is zonde als ruimtes weinig gebruikt worden. Andersom: als er problemen optreden in verband met ‘over-booking’ dan is dat ook vervelend!
Stap 4: Samen keuzes maken
Het maken van de juiste keuzes doe je op basis van de visie, de kaders en de didactische vormen. Door deze bij elkaar te voegen kun je samen tot een ontwerp komen voor een krachtige leeromgeving.
Een handig middel daarbij is het maken van een ‘student journey’. Dit kan dienen als een handig instrument om te bedenken wat er nodig is in de ruimte én om zo samen hierin keuzes te maken. Belangrijk hierbij is om het zo praktisch mogelijk te maken, zodat je samen kunt zien wat er nodig is voor de leeromgeving. Bijvoorbeeld: hoe vaak is het nodig dat er centraal iets gepresenteerd wordt? Of: werken leerlingen/studenten vooral zelfstandig of juist in groepen? Door hier samen een concrete student journey voor te ontwerpen kun je de belangrijkste keuzes maken voor een krachtige leeromgeving.
Handige tips
Tot slot nog een aantal willekeurige, maar handige tips bij het ontwerpen van een nieuwe leeromgeving:
- Zichtbaar maar niet onrustig: je wil natuurlijk zoveel mogelijk laten zien van het vak, maar probeer daar wel een goed systeem voor te bedenken. Te veel materiaal maakt onrustig, te weinig zichtbaar maakt het saai.
- Eigenaarschap: het meeste werk in een nieuwe leeromgeving komt van de leerlingen en studenten zelf. Maar wat voor stem hebben ze dan in een nieuwe ruimte? Dit gaat niet alleen om werk van leerlingen/studenten ophangen, het gaat vooral over het serieus nemen van de stem van de leerling/student. Wat zijn de behoeftes, en sluit de nieuwe leeromgeving daar op aan?
- Waar sta je als docent: In een ‘normaal’ lokaal is het makkelijk: je hebt een bureau en daar zit je als docent. Bedenk in een nieuwe omgeving waar je als docent staat. Beweeg je veel rond? Is er ruimte om te bewegen? Waar laat je als docent je spullen?
- Ruimte & geborgenheid: Het creëren van verschillende hoekjes in een grotere ruimte werkt prettig. Leerlingen hebben het gevoel van ruimte, maar ook de geborgenheid van een eigen ‘hokje’.
- Denk modulair en verplaatsbaar: Door meubels te gebruiken die je kunt verplaatsen creëer je mogelijkheden. Hetzelfde geldt voor lokalen die je groter of kleiner kunt maken doormiddel van schuifdeuren.
Met bovenstaande stappen én tips kun je als team aan de slag om een nieuwe leeromgeving te ontwerpen. Het mooie: je kunt bovenstaande stappen toepassen in elke situatie en elk ontwerp. Ook wanneer je lesgeeft in lokalen met alleen maar bureautjes is het mogelijk om hierbij tot een krachtigere leeromgeving te komen.
Geplaatst op 12 september 2017, geüpdatet op 17-3-2022
Docent, onderwijsontwerper & maker. Altijd veel ideeën, en op zoek naar de verbinding tussen leren, creativiteit en technologie. Onderwijs kan altijd beter, maar mag ook zeker leuker! Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs.
Hoi Michiel,
Eens samen sparren want ik heb een fieldlab opgezet waar docenten experimenten met een nieuwe leeromgeving. De punten hierboven nemen we ook mee alleen mis ik jet bewegen. Wellicht kunnen we elkaar aanvullen?
Hoi Jos,
Interessant! Ik ben benieuwd hoe dit er uit ziet! Waar kan ik hier meer over vinden?
Hallo Michiel,
We zijn nog niet openbaar. Maar kom er graag een keer over vertellen.