Als docent willen we graag dat leerlingen eigenaar zijn van hun eigen leerproces. We zien graag dat ze trots zijn op wat ze doen en maken, en proberen daarbij leerlingen ruimte te geven om zelf keuzes te maken. ‘Trots zijn op’ niet een echt een goede graadmeter van hoe goed iets geleerd is, maar het zorgt er wel voor dat leerlingen het onderwerp beter onthouden. Hoe komt dat nou? Tijd voor een lesje over het ‘IKEA effect’.
IKEA effect
Na uren zwoegen is het dan eindelijk gelukt: de platte dozen zijn veranderd in een stapelbed. En niet zomaar een stapelbed, maar een stapelbed dat jij zelf in elkaar gezet hebt! Sterker nog, het is sowieso een mooier stapelbed dan wanneer het al gemonteerd geleverd zou worden. In 2011 beschreven onderzoekers Michael I. Norton, Daniel Mochon en Dan Ariely dit fenomeen, waarbij een consument meer waarde toedicht aan een product wanneer ze er iets voor hebben moeten doen. De uitkomst: het IKEA effect bestaat.
Simpel gezegd komt het IKEA effect op het volgende neer: mensen geven meer om dingen die ze zelf hebben gemaakt of waar ze meer moeite voor hebben moeten doen. Het product krijgt meer waarde voor de persoon die er aan mee heeft gewerkt. Het proces moet daarbij net makkelijk genoeg zijn, zodat het voelt als een uitdaging, maar met een haalbaar eindresultaat. Te moeilijk en dan haken mensen af, en is het te makkelijk dan is het geen uitdaging. Opvallend is dat het voor de meeste mensen fijner is als er weinig keuze of creativiteit verlangt wordt. Een interessante conclusie, die goed toepasbaar is op het onderwijs!
Het IKEA-effect in de klas
Het meest opvallend is het IKEA-effect te zien in lessen waar gemaakt wordt. Bij technieklessen en andere creatieve vakken wordt veel gemaakt, en het is dan ook niet voor niets dat leerlingen hier erg enthousiast van worden. Er wordt veel energie gestoken in het maken van een object, waarbij een duidelijk einddoel is en de leerling uiteindelijk trots is op het resultaat. Wanneer dit niet zo is, dan is het eigenlijk eenvoudig om te zien waar het mis gaat: het was te moeilijk of te makkelijk, of het einddoel is niet duidelijk of heeft geen waarde voor de leerling.
Niet alleen bij ‘maak-vakken’ kun je gebruikmaken van het IKEA-effect. Eigenlijk is het toepasbaar in bijna elk soort vak of onderwijs op school. Uiteindelijk gaat het namelijk om de leerling als mede-eigenaar te zien van het leerproces. Door niet alles in te vullen of te plannen kun je leerlingen meer betrekken, en daarbij zullen ze gemotiveerder worden.
Waarom bijvoorbeeld een studiewijzer vaststellen en verplicht laten uitvoeren? Je kunt als docent ook een lege planning aanbieden, inclusief de doelen en de tijd die bij de opdrachten hoort. Door de leerling vervolgens een eigen planning te laten maken met deze informatie komt er een persoonlijke planning uit, die veel meer waarde heeft voor de leerling. Hetzelfde geldt voor het beoordelen van het werk van de leerling. Eerder schreven we hier al een artikel over, en al deze punten werken door het IKEA-effect: de leerling wordt mede-eigenaar van een deel van het proces en is zo meer betrokken bij het leren.
Beter leren?
Betekent het toepassen van het IKEA-effect dan dat er beter geleerd wordt? Nee, het gaat vooral om meer betrokkenheid en motivatie. Sterker nog: het IKEA-effect kan er voor zorgen dat een leerling het idee heeft heel veel geleerd te hebben, zonder dat dit daadwerkelijk zo is. De hoeveelheid moeite die een leerling steekt in een onderwerp is niet gelijk aan de hoeveelheid leren. Leerlingen moeten dus wel werken aan iets wat leidt tot leren. Het afstemmen van de doelen op de werkvorm is dus zeker belangrijk! Door daarbij het IKEA-effect in het achterhoofd te houden kun je er voor zorgen dat het leren met meer motivatie, betrokkenheid en uiteindelijk trots gebeurt. Zo maak je samen met leerlingen mooier onderwijs!
Docent, onderwijsontwerper & maker. Altijd veel ideeën, en op zoek naar de verbinding tussen leren, creativiteit en technologie. Onderwijs kan altijd beter, maar mag ook zeker leuker! Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs.