Peer to Peer Assessment in de les

Samenwerkend leren is een krachtige manier van leren. Dit kun je doen door leerlingen elkaars werk te laten beoordelen en vervolgens van feedback te laten voorzien. Hierop kan een leerzaam dialoog kan volgen. Hoe kun je dit op een laagdrempelige manier inzetten in je les? In dit artikel een handige werkvorm met bijbehorend voorbeeld.

Peerfeedback

Peers kunnen veel van elkaar leren. Zo weten we uit onderzoek dat peerfeedback vooral voor de gever van feedback (Zundert et al,. 2010) erg leerzaam kan zijn (Nicol, 2011): leerlingen moeten immers boven de leerstof gaan staan en dit overbrengen aan de ander. Dat betekent niet dat het altijd correct is (Hattie & Timperley, 2007). Met name bij complexere vragen komt het vaak voor dat het onjuist is. Ben daarom waakzaam bij de inzet van peerfeedback: het is geen vervanging van jouw feedback als docent.

Het inzetten van peerfeedback vraagt dan ook om een gedegen begeleiding. Een manier om die begeleiding te bieden is door er een werkvorm van te maken waarbij het samenwerkend leren centraal staat.

Update 2 oktober 2023:
Meer weten over peerfeedback? Gebruik eventueel deze vragenlijst om te kijken hoe je leerlingen of studenten bezig zijn met peerfeedback, bekijk deze video over het onderwerp – of beluister onze podcast over het onderwerp: De Wijsneuzen – Peerfeedback.

Peer to Peer Assessment

Bij deze werkvorm krijgt de gehele groep van jou als docent een aantal vragen. Deze vragen krijgen zij op losse kaartjes, zoals post-its.

Vervolgens pakken alle leerlingen of studenten één vraag, gaan opzoek naar het antwoord (bijvoorbeeld door iets te bereken of op te zoeken) en noteren hun antwoord én hun naam op de achterkant. Hierna leggen ze het kaartje terug op de centrale plek en pakken een nieuwe vraag.

Na enige tijd zullen leerlingen of studenten kaartjes moeten pakken waarop al een antwoord op de achterkant staat. De vraag voor hen is dan: klopt dit antwoord volgens jou? Als dit zo is, dan mogen ze het laten staan en een nieuw kaartje pakken.

Het wordt interessant als leerlingen of studenten tot een ander antwoord komen. De opdracht is dan om de groepsgenoot op te zoeken die dat antwoord heeft genoteerd, en om met hem of haar de dialoog aan te gaan. Hoe ben jij tot dat antwoord gekomen? Waarom ben ik het niet eens met je antwoord? Welk antwoord is juist? Eventueel kan de hulp van een derde groepsgenoot ingeroepen worden.

Door het samenwerkend leren op deze manier te structureren, ontstaan er mooie dialogen tussen peers over de leerstof. Als docent is het bij deze opdracht waardevol om te observeren en waar nodig denkvragen te stellen: geef leerlingen de ruimte om van en met elkaar te leren.

Aanvulling

Een aanvulling kan zijn om de vragen in te delen in verschillende categorieën, zoals gemiddeld, moeilijk en heel moeilijk. Op die manier kun je leerlingen de keuze geven om wat beter aan te sluiten bij hun eigen voorkennis (scaffolding).

Samenwerkend leren

De omschreven werkvorm is één van de werkvormen die je kunt inzetten om samenwerkend leren, ook wel coöperatief leren genoemd, te stimuleren. Het is raadzaam om de elementen uit het GIPS model (Kegan, 2013) terug te laten komen:

• Gelijke deelname
• Individuele aanspreekbaarheid
• Positieve wederzijdse afhankelijkheid
• Simultane interactie

Video van werkvorm

In de onderstaande video zie je de werkvorm in actie.