Het coronavirus heeft het onderwijs tijdelijk op zijn kop gezet. Van een klaslokaal naar studeerkamers: iedereen werkt ineens op afstand. Dat is niet makkelijk, en dat hebben de meeste docenten ook zeker ondervonden. Toch lukt het de meeste scholen om te zorgen voor zo goed mogelijk onderwijs, al gaat dat met vallen en opstaan. Wat voor keuzes worden er gemaakt? En kunnen we al iets zeggen over het onderwijs na corona?
Stap voor stap
Op veel scholen zie je dezelfde volgorde van stappen. Eerst wordt gekozen voor de snelle oplossing: het rooster bood al de nodige houvast, dus dit wordt online ook doorgezet. Daarna komt vaak een fase van besef: dit gaat misschien langer duren, en vasthouden aan het rooster is misschien niet de meest praktische manier. Sommige scholen gaan daarbij nog een stap verder. Zij denken na over hoe er zo goed mogelijk gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheden op dit moment, en durven daarbij de oude situatie echt los te laten.
Niet elke school lukt dit. Er zijn ook scholen die er voor kiezen om niets te veranderen. Effectief betekent dit dat er hele groepen leerlingen zijn die vanaf 8.20 tot 16.20 8 keer 50 minuten achter een scherm zitten, waarbij de docent kijkt hoe deze leerlingen aan het werk zijn. Effectief? Nauwelijks, maar wel gebaseerd op het idee dat onderwijs zo ‘werkt’.
Aannames
Het klinkt wat scherp om nu te stellen, maar doordat iedereen op afstand lesgeeft leren we als docenten ook enorm veel. Misschien wel meer dan de leerlingen! Het blijkt dat een heleboel aannames over hoe leren in een school werkt eigenlijk niet kloppen in deze situatie. Denk bijvoorbeeld aan:
- Het overdragen van informatie: Op afstand is dit ontzettend moeilijk wanneer er motivatie ontbreekt bij de leerling. Hoe goed je lesopzet ook is, wat voor perfecte directe instructie je ook geeft: als een leerling niet geïnteresseerd is, dan wordt er weinig geleerd.
- Het toetsen van kennis: Dit hangt eigenlijk erg samen met bovenstaande. Als de les vooral over informatie-overdracht gaat, dan gaat de toetsing vooral over het controleren van kennis. Op afstand is dit ingewikkeld: want hoe weet je zeker dat de leerling de antwoorden kent, in plaats van opzoekt?
- Het houden van orde: in een school heb je, vaak onbewust, een heel protocol voor het houden van orde. Leerlingen die niet luisteren of meewerken kunnen strafmaatregelen opgelegd worden, en als back-up is er altijd de mogelijkheid tot nablijven. En op afstand? Je kunt iemand die storend gedrag vertoond verwijderen uit de videoles, maar dan?
- Het organiseren rondom tijd en niveaus: iets wat veel docenten opvalt bij het lesgeven op afstand is dat de niveauverschillen enorm zijn. In school is vaak alles zo georganiseerd dat de meeste leerlingen op ongeveer hetzelfde moment hetzelfde werk doen in dezelfde tijd. Wanneer je dit schema weghaalt zie je dat sommige leerlingen veel sneller gaan, en andere echt meer hulp nodig hebben. Zo zie je binnen wat een homogene klas leek ineens grote verschillen ontstaan, en wordt tijd veel effectiever gebruikt.
- Je bent alleen docent van je klas: In een school is de organisatievorm vooral gericht op efficiëntie: 30 leerlingen + 1 docent in een lokaal is orde-technisch nog te doen. Hierdoor ben je als docent automatisch gefocuste op jouw klas, in plaats van op jouw vak binnen de jaarlaag of het niveau. En online? Hoe in-efficiënt is het als alle docenten parallel hetzelfde uitleggen in een video…
- “Pietje is nu eenmaal zo”: Als iets duidelijk is tijdens afstandsonderwijs, dan is dat het gedrag van een leerling niet op zichzelf staat, en wat de invloed van thuis is. Een goede thuissituatie: dan kan een leerling op een rustige plek werken en is er begeleiding. Meer dan ooit valt nu op wanneer dit niet zo is: in sommige gevallen zo erg dat leerlingen niet online (kunnen) komen.
Dit zijn zeker niet de enige aannames die niet kloppen, maar wel een van de belangrijkste. Het zijn namelijk beelden die veel docenten en leerlingen hebben wanneer ze aan school en onderwijs denken. En wat zegt het nu dat dit op afstand heel anders is? Hebben we hier iets aan voor als de scholen weer open gaan?
Coronalessen
Natuurlijk is het moeilijk om te stellen: we weten nog niet wanneer de scholen weer open gaan, en ook niet wat voor blijvende invloed dit werken op afstand gaat hebben. Toch zijn er wel een aantal punten waar je als docent of school over na kunt denken, en waar je zelfs nu al direct mee aan de slag kan.
Laat daarbij voorop staan dat het voor iedereen lastig is, en dus ook voor iedereen een leerproces. Maar als je dat aandurft, dan is dit een goede kans om beter onderwijs te maken. Juist voor wanneer de scholen weer open gaan. Er is daarbij niet maar 1 goede oplossing. Sterker: de beste oplossing is waarschijnlijk compleet afhankelijk van de school, de docenten en de leerlingen. Maar voor elke school geldt wel hetzelfde: kritische vragen brengen je verder.
Kritische vragen
Wanneer je bovenstaande aannames herkent, en ziet wat voor effect dit heeft op afstand is het goed om 1 ding te bedenken: in de klas werkt dit eigenlijk ook niet zo. Alleen: we zijn gewend dat dit de manier van werken is, omdat dit zo efficiënt mogelijk werkte in een tijd waarin er onder andere nog geen digitale middelen waren. Ook weten we nu bijvoorbeeld veel meer over het brein en leren. Alles bij elkaar maakt dat je kritische vragen kunt en moet stellen over hoe je les gaf in de klas, met de kennis die je nu opdoet bij het lesgeven op afstand. Hieronder een aantal voorbeelden van zulke vragen:
- Wat moeten leerlingen echt kennen en kunnen? Wat hebben ze nodig om daar te komen? En hoe kunnen ze dit aantonen?
- Hoe organiseren we extra ondersteuning en uitdaging?
- Hoe kunnen we als docenten elkaars kwaliteiten zo goed mogelijk benutten?
- Hoe kunnen we als vakken of vakgroepen beter samenwerken, zodat er meer samenhang ontstaat in wat leerlingen doen?
- Hoe kunnen we het leren meer laten aansluiten op de belevingswereld van de leerling?
- Hoe kunnen we gebruik maken van de mogelijkheden buiten school?
- Hoe zorgen we dat de thuissituatie van een leerling het leren niet tegenhoudt?
Goede voorbeelden
Naast bovenstaande lijst zijn er ook heel veel goede voorbeelden te vinden. Docenten en scholen die bewust kiezen om het anders te doen. Soms vanuit visie, soms vanuit een praktische overweging, maar hoe dan ook met een positief resultaat. Hieronder een aantal praktische voorbeelden waar je mee aan de slag kunt. Zowel nu op afstand, als straks weer in de school:
Gebruik maken van elkaars kwaliteiten: binnen de vakgroep worden zowel de klassen als de taken verdeelt. Een aantal pakken de instructie op, anderen de verwerking, enzovoorts. Iedere docent kan zo in zijn of haar kracht staan, en de leerlingen krijgen zo goed mogelijke lessen, die ook nog eens eenvoudiger te organiseren zijn.
Andere toetsing: veel docenten weten impliciet dat een toets eigenlijk niet zo veel zegt. Vaak zijn toetsen gericht op dingen onthouden, en niet op het toepassen van bepaalde kennis. Door de afstand en de onmogelijkheid tot het controleren bij spieken wordt naar alternatieven gezocht. Daarbij zie je een aantal vormen telkens terugkomen: openboektoetsen, presentaties, praktische opdrachten en/of verslagen. Bij al deze vormen wordt er niet gezocht naar het reproduceren, maar vooral naar het toepassen van nieuwe kennis.
Synchroon en asynchroon combineren: wanneer moet iets live, en wanneer kan iets juist in video, tekst of audio? Door het werken op afstand ontdekken docenten en scholen dat hier een groot verschil in zit, en dat dit samenhangt met het organiseren van leren. Praktisch: uitleg & feedback wordt asynchroon gedaan, bespreken van opdrachten en het ondersteunen gebeurt wel ‘live’. Zo zit je als leerling niet te wachten tot de les is afgelopen, terwijl je eigenlijk al klaar bent. En als docent kun je betere feedback en instructie geven.
Boek eruit, echt leren er in: Op afstand is het bijna niet te doen om leerlingen te motiveren om opdracht 3b uit het boek te maken. Docenten kiezen er dan ook voor om juist het boek te laten voor wat het is, en rondom de gestelde doelen leerlingen te laten werken aan complexe opdrachten. In sommige gevallen gaat het nog een stap verder en mogen leerlingen hier zelf voorstellen voor doen.
Er zijn nog veel meer mooie voorbeelden van scholen die vanuit een ‘traditioneel rooster’ online de stap hebben gemaakt naar nieuwe manieren van werken. Natuurlijk: het is door nood ingegeven en de verwachten op het gebied van de prestaties zijn misschien minder hoog. Maar toch: ergens laat dit zien dat onderwijs anders kan zijn dan het soms is. Meer focus. Meer ruimte voor ontwikkeling en feedback. Meer aandacht voor de leerling. Meer aandacht voor wat er echt geleerd moet worden, en minder op alle organisatie er om heen. Meer aandacht voor wat onderwijs juist zo mooi maakt.
Meer leren over afstandsleren? We hebben twee video’s die hierbij helpen, en daarnaast ook nog een wiki!
👉 Afstandsleren: praktische handvatten
👉 Afstandsleren: toetsen op afstand
Docent, onderwijsontwerper & maker. Altijd veel ideeën, en op zoek naar de verbinding tussen leren, creativiteit en technologie. Onderwijs kan altijd beter, maar mag ook zeker leuker! Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs.
Supr toffe post !
Ik laat mijn kinderen met rekenhuiswerk boodschappenlijstjes maken (bijv via:https://www.kupino.nl/folders/lidl), en voor de slimme geef ik een aantal assumpties op (bijv: vega , halal etc) met een scherp budget ! Werkt echt tof en helpt hun ouders ook nog eens mee, ben benieuwd wat jullie ervan vinden?
Boeiend artikel! Er zit alleen een klein foutje in de laatste link onderaan de post (de wiki), die verwijst naar de video over toetsen op afstand.
Dank Patrick, fixed! 👍🏻