Alle leerlingen in het voortgezet onderwijs werken toe naar een centraal eindexamen. Dit doen we vaak door met leerling stap voor stap de hoofdstukken of kerndoelen te behandelen, waarbij we beginnen bij 0… maar wat wordt er uiteindelijk van leerling verwacht? Net als bij het in elkaar zetten van een IKEA kast wil je als leerling graag weten wat het eindproduct is en op die manier kiezen in hoeverre je de handleiding nodig hebt en in hoeverre je tijd hebt voor andere dingen.
Ontwerp curriculum
Al hoewel er momenteel veel aan het veranderen is in het onderwijs, werken de leerlingen in het voortgezet onderwijs nog altijd toe naar een centraal eindexamen: Een schriftelijke, mondelinge, digitale of andere soort toets waarbij per vak wordt gekeken in hoeverre een leerling kent of kan wat in de kerndoelen staat. Om leerlingen te helpen de kerndoelen voldoende te beheersen, ontwerp je op school- en vakgroepniveau een curriculum. Dit curriculum gaat meestal uit van de basis: Een leerling weet niks en moet nog alles leren. In de praktijk wordt vrijwel altijd duidelijk dat er leerlingen zijn die de leerstof snel oppakken of de leerstof al bijna volledig beheersen (denk bijvoorbeeld aan een native speaker bij het vak Engels): Hun puzzel is al af voordat zij die moeten gaan leggen. Als docent ga je dan al snel bezig met differentiëren, om zo deze sterke leerlingen uit te dagen. We creëren dus een één aanbod en maken daarop soms een uitzondering. Wat als we uitgaan van de vraag?
Terugdenken
Je zou kunnen terugdenken vanaf het eindpunt, in plaats van vooruit denken vanaf het beginpunt. Oftewel bedenken wat leerlingen uiteindelijk moeten kennen en kunnen en daar ook beginnen met de leerlingen: wat kennen of kunnen je leerlingen al? Een manier om dit te meten is door leerlingen aan het begin van het leerjaar een eindexamen te laten maken om zo voor jezelf en je leerlingen inzichtelijk te maken waar zijn staan ten opzichte van het einddoel. Ook wordt het het voor leerlingen zo een stuk duidelijk wát het einddoel is. Vanuit dit punt kun je vervolgens je curriculum ontwerpen. Terugdenken vanaf het eindpunt: Backwards Design.
Keuzes voor leerlingen
Het eindexamen meet niet alles, er is vaak een selectie gemaakt. Een goed idee kan daarom zijn om per kerndoel of onderwerp een aantal formatieve vragen klaar te zetten: Op die manier weet je zeker dat je alle kennis en vaardigheden test. Vervolgens komt de vraag op welke manier je je curriculum zo kan inrichten dat je rekening houdt met de verschillen. Kan je als vakgroep – en school – je onderwijs of rooster zo inrichten dat leerlingen de keuze hebben waar zij aansluiten en waar niet? Mag een leerling het vak op een hoger niveau volgen? Of concreter: Mag een leerling een jaar eerder examen doen? Of minder lessen volgen, om deze tijd te gebruiken voor een ander vak of interessant project? Bij al deze keuzes is het voor de eindexamenklassen belangrijk dat je hiervoor de ruimte creëert: wees kritisch op je Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA).
Wat is het einddoel?
Uiteraard bestaat je curriculum vaak uit meer dan alleen de kerndoelen. Het zou dan ook zonde zijn om de keuze van een leerling enkel af te laten hangen van in hoeverre hij of zij de kerndoelen beheerst. Wel is het goed om scherp te zijn om wat leerlingen precies moeten kennen en kunnen, wat zij al kennen en kunnen, wat zij dus nog moeten leren en wat dat dan betekent voor het onderwijsaanbod en de manier waarop zij daarmee om kunnen gaan. Ga het gesprek aan met een leerling: Waar wilt hij of zij naartoe werken? Hoe gaat dan zijn of haar diploma en portfolio er uit zien? Welke keuzes kan hij of zij daarbij het beste maken? Uiteraard is het daarbij belangrijk om niet de algemene ontwikkeling van leerlingen te vergeten én er voor te zorgen dat je de leerlingen bekend maakt met het onbekende. Het gaat dus om ruimte creëren waar mogelijk en wenselijk; dring leerlingen geen handleiding op als zij die niet nodig hebben.
Mede-oprichter van Vernieuwenderwijs. Daarvoor onderwijskundige in het hoger onderwijs en leraar geschiedenis en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Praat graag over en is graag bezig met: didactiek, curriculumontwerp, toetsing, leren leren en veranderkunde. Actieve ontwikkelaar, onderzoeker en spreker.
Dit kun je toch niet serieus menen? Het doel van het onderwijs is het slagen voor een examen? Dat is een drogreden. Waar is het Bildungsideaal in dit verhaal? Daarover staat hier een interessant artikel, dat gaat over hoger onderwijs, maar is op al het onderwijs van toepassing: http://nivoz.nl/artikelen/bildung-wat-betekent-dat-nu/
Dag Esther,
Gezien je scherpte reactie begrijp je volgens mij mijn artikel niet goed :). Zoals omschreven in de laatste alinea gaat het onderwijs en zo ook het curriculum over veel meer dan de kerndoelen en dus slagen. Waar het om gaat, is dat je leerlingen niet onnodig lessen laat volgen over dingen die zij al weten; geef leerlingen waar mogelijk de ruimte om zichzelf verder te ontplooien. Voorbeelden rechtstreeks uit de praktijk: een vmbo-t leerling die minder maatschappijleer lessen volgt en deze tijd gebruikt om zich te verdiepen in programmeren op de HKU en een vmbo-t leerling die een jaar eerder examen heeft gedaan en de vrijgekomen tijd nu gebruikt om extra tijd aan wiskunde te besteden en nu meer ruimte heeft voor leuke projecten rondom de school (buiten het feit dat zij zoals iedere andere leerling betrokken zijn bij alle activiteiten rondom het vak (excursies, projecten etc.)). Volgens mij gaat dat júist over Bildung.
Dag Wessel, dank voor je reactie. Het was mij inderdaad niet helemaal duidelijk wat je bedoelde. Het deed me denken aan een eigen ervaring van een tijd geleden, toen ik lesgaf op de universiteit aan eerstejaars. Het gebeurde wel eens dat ik iets vertelde over het vak en dat ik dan de vraag kreeg ‘moet ik dit weten voor het tentamen?’ Extra informatie buiten de reikwijdte van het tentamen interesseerde sommige studenten niet. Dat waren niet de beste studenten.
In dit artikel klinkt een focus door op kerndoelen waarvan ik denk, is dat dan je doel als je lesgeeft, kerndoelen halen?
Je schrijft dat het in de praktijk het effect heeft dat leerlingen gemotiveerder aan de slag gaan met vakken of bezigheden waar ze wat van opsteken, prima natuurlijk. Maar die vmbo-t leerling die minder maatschappijleerlessen volgt zodat hij meer tijd heeft voor een ander vak: waarom zijn die lessen voor hem niet interessant? Zijn dat niet lessen waarin je discussieert met je medeleerlingen, is dat niet ook een belangrijke oefening, ook al heb je daar als programmeertalent niet altijd zin in? Volgens mij gaat het Bildungideaal niet alleen over gefocust leren waar je talent voor hebt, maar over brede algemene kennis opdoen, juist in vakken en vaardigheden die je niet per se zelf zou uitkiezen. Maar ik weet niet hoe het werkt op een vmbo-t opleiding, als het helpt om de leerlingen met plezier naar school te laten komen dan is dat prachtig, dan komt de Bildung vanzelf.
Goed verhaal Wessel. Ik vind het een hele mooie combinatie van Backcasting en Coveys ‘Begin with the end in mind’.
Dank voor je reactie! Sluit er inderdaad goed op aan.