Omgaan met verschillen in de klas. De ene leerling let op tijdens de uitleg, een andere leerling kijkt wat verveeld voor zich uit: want het staat toch ook allemaal in het boek. Hoe geef je als docent gehoor aan deze verschillen? Het uiteindelijke doel is dat leerlingen de leerdoelen behalen. Je kan leerlingen zelf laten kiezen op welke wijze (route) zij de leerstof willen verwerken.
Waarom?
Een leerling die zijn eigen route kan kiezen op basis van zijn competentie, krijgt een stukje autonomie, dit stimuleert de intrinsieke motivatie (Ryan & Deci, 2000). Daarnaast wordt de zelfregulatie van de leerling gestimuleerd. Op school gaat het dan om zelfgestuurd leren. Bij zelfgestuurd leren voelt een leerling zich verantwoordelijk en geeft hij sturing aan zijn eigen leerproces (Kostons, Donker, & Opdenakker, 2014).
In het onderzoekskader voor het VO van de Inspectie van Onderwijs staat als een van de basiskwaliteiten van de docent omschreven dat de docent de instructie, begeleiding, opdrachten en onderwijstijd afstemt op de behoeften van de groep en / of individuele leerling (Inspectie van het Onderwijs, 2018). Het vraagt veel van een docent om in volle klassen deze basiskwaliteit te leveren. In dit lesidee staat praktisch beschreven hoe je gehoor kan geven aan de verschillen van de leerling.
Hoe?
Deze manier van differentiëren werkt het beste als je al een beeld van je leerlingen hebt. Je kan pas inspelen op de verschillen tussen leerlingen als je ze hebt waargenomen en hebt geanalyseerd (Berben & Teeseling, 2018). Leerlingen kunnen kiezen uit drie routes: geel, groen of blauw. Zij baseren hun keuze op eerdere prestaties en hun eigen voorkeur van leren.
Een paar zaken die van belang zijn:
- Leerlingen zijn in staat een samenvatting/ mindmap te maken. Kunnen leerlingen dat niet, dan zou je hier eerst in kunnen investeren.
- Leerlingen kiezen allemaal hun eigen route en kunnen beargumenteren waarom ze voor deze route kiezen.
- Leerlingen die de gele route volgen hebben al veel gedaan aan de verwerking van de leerstof, werkboek opgaven op reproductie-niveau kunnen ze bijvoorbeeld overslaan.
- Leerlingen die de groene route volgen zijn leerlingen die het liefst uit het boek leren en geen samenvattingen o.i.d. nodig hebben om de leerdoelen te halen.
- Leerlingen die de blauwe route volgen, laten in de les zien dat ze op hun eigen manier al bezig zijn geweest met de leerstof voordat zij zelfstandig tijdens de les verder werken. Het zou goed zijn om een kort checkmoment in de les te creëren (evt. digitaal) voorafgaand aan de uitleg.
- Tijdens dit checkmoment kunnen leerlingen die voor geel of groen hebben gekozen evt. mee doen (als een soort begeleide inoefening) of zij gaan bezig met het verwerken van de leerstof (denk aan werkboek-opgaven maken, samenvatting of mindmap vergelijken met elkaar).
- Huiswerk geven doe je dus ook gedifferentieerd: geel heeft ander huiswerk dan bijvoorbeeld groen of blauw.
- Begin met één klas. Als je deze manier van werken goed onder de knie hebt breidt het dan uit in andere klassen.
Deze manier van differentiëren is uitgeschreven voor zaakvakken, bij andere vakken kan er ook prima gewerkt worden met verschillende routes; wellicht is een aanpassing van de routes dan nodig.
Ervaringen
Uit evaluaties blijkt dat leerlingen enthousiast zijn over deze manier van werken. Het verschilt per klas welke kleur favoriet is. Leerlingen wisselen ook van route, bijvoorbeeld omdat ze merken dat de huidige manier van werken toch niet goed bij hen past. Daarover ga ik met ze in gesprek; ‘Wat wil jij?’, ‘Wat past bij jou?’ en ‘Waarom past dat bij jou?’.
Het is een prettige manier van lesgeven. Tijdens de uitleg kan je je focussen op een groep leerlingen die gemotiveerd is. In het begin is het even spannend om de boel om te gooien. Je laat de oude structuur los en het vraagt om een andere voorbereiding van de les. Je krijgt er echter veel voor terug!
Berben, M., & Teeseling, M. van. (2018). Differentiëren is te leren! : omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs : praktische handreiking voor docenten (herziene v). Amersfoort: CPS, Onderwijsontwikkeling en advies.
Inspectie van het Onderwijs. (2018). Onderzoekskader 2017 voor het toezicht op het voortgezet onderwijs | Publicatie | Inspectie van het onderwijs. Retrieved January 19, 2019, from https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2018/07/13/onderzoekskader-2017-voor-het-toezicht-op-het-voortgezet-onderwijs
Kostons, D., Donker, A., & Opdenakker, M. (2014). Zelfgestuurd leren in de onderwijspraktijk. Een kennisbasis voor effectieve strategie-instructie. Groningen: GION onderzoek/onderwijs.
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Intrinsic and Extrinsic Motivations: Classic Definitions and New Directions. Contemporary Educational Psychology, 25(1), 54–67. http://doi.org/10.1006/ceps.1999.1020
Docent , trainer en onderwijskundig procesbegeleider. Alumnus master leren & innoveren. Veel bezig en praat graag over differentiëren, zelfregulatie stimuleren, formatief handelen, werken vanuit leerdoelen, leren leren, feedback, didactisch coachen en leiding geven aan verandertrajecten.
Ik ben benieuwd hoe je aan het routemodel komt, en met name de inhoud daarvan. Is dit een schema gemaakt vanuit eigen ervaringen, of komt het uit de literatuur?
Hallo Mathieu, het werken met routes wordt wel vaker toegepast in het onderwijs. De inhoud van de routes heb ik gemaakt vanuit eigen ervaring. Verschillende routes uitgeprobeerd en veel om feedback gevraagd bij de leerlingen. Aan de hand van deze ervaringen heb ik de routes verfijnd en iedere route een kleur gegeven. Met name een kleur geven aan elke route maakt het voor leerlingen verhelderend, heb ik gemerkt.