Weer een stap dichterbij duurzame verankering van formatief evalueren (FE) op twaalf scholen uit het verdiepingsnetwerk. In de vorige blog deelden we vooral successtappen op weg naar een formatieve schoolcultuur. Dit keer lees je niet alleen over de successtappen, maar ook over de hobbels die nog genomen moeten worden om formatief evalueren te verduurzamen in de school
Een stap dichterbij
Eerder las je in dit blog hoe scholen uit het FE-netwerk elkaar inspireerden om stappen te zetten, ondanks, of zelfs dankzij het Covid-tijdperk. In het late voorjaar kwamen ze voor een tweede keer bij elkaar om een vervolg te geven aan deze bijeenkomt. Vragen die hardop aan elkaar worden voorgelegd, zijn: ‘Wat is er terecht gekomen van de plannen die werden gemaakt bij de vorige bijeenkomst?’, ‘Hoe zijn de lessen van andere scholen vertaald naar uitwerkingen binnen eigen scholen?’, ‘Welke hobbels moeten er nog genomen worden voor gesproken kan worden van echte duurzame verankering?’ Daarover lees je meer in dit tweede blog van een drieluik.
Roddelen toegestaan!
Yoval Noah Harari stelt in zijn geschiedkundige uiteenzetting ‘Sapiens’: “language evolved as a way of gossiping.” Aan de ontwikkeling van taal als middel om te kunnen roddelen heeft de mensheid zijn succes te danken, betoogt hij (Harari, 2018). In deze tweede netwerkbijeenkomst is het roddelen ingezet als werkvorm om elkaar feedback te kunnen geven op het FE-proces in de school. De insteek van de werkvorm ‘Roddelen’, als vorm van intervisie, is om stil te staan bij de successen, hobbels en obstakels in het proces. Je kan leren van elkaars succesverhalen, maar ook van de hindernissen en oplossingen die je tijdens zo’n proces kan tegenkomen. Immers een dergelijk implementatietraject verloopt nooit vanzelf…
Hoewel de werkvorm is ontwikkeld voor een fysieke setting, leent hij zich goed (of zelfs beter?) voor een online bijeenkomst. De werkvorm is in meerdere varianten bekend. Wij hanteerden een versie zoals opgenomen in de niet publiek gepubliceerde bundel werkvormen van Adrie van den Berge en Annette Meulmeester (Van den Berge & Meulmeester, 2008) en dat verliep als volgt:
- Een school start met het delen van een nieuw gecreëerde poster (aanvullend op de poster uit de vorige bijeenkomst) over de stand van zaken rondom het FE-implementatieproces. Aan het eind van de korte presentatie deelt het schoolteam wat minder goed gaat of waar ze minder tevreden over zijn.
- De luisterende scholen en deskundigen krijgen na iedere presentatie de gelegenheid verhelderende vragen te stellen.
- Dan begint het roddelen. De presenterende school houdt zicht hiertoe zo veel mogelijk ‘digitaal afzijdig’ en went zich bij voorkeur af van het gesprek. Er wordt echter aandachtig geluisterd en aantekeningen gemaakt. De andere scholen roddelen er ondertussen op los. Zij delen met elkaar wat hen opviel en wat de mogelijke aanwezige opvattingen en overtuigingen kunnen zijn die ten grondslag liggen bij de genoemde hobbels en obstakels.
- Na een korte check bij de presenterende school, of sprake is van herkenning en men niet volledig de plank misslaat, wordt de roddelinhoud vertaald naar enkele adviezen aan de presenterende school.
- Tot slot deelt de school met welke adviezen zij aan de slag willen gaan. Wanneer alle stappen zijn doorlopen is de volgende school aan de beurt.
Doordat in een veilige setting wordt geroddeld, zonder tussenkomst van de school over wie wordt gesproken, durft men net een stap verder te gaan in hun mening en advies. Respect voor de inbrenger staat telkens voorop. Dit zorgde er ook in online setting voor dat deze werkvorm erg goed beviel en werkte. De deelnemers gaven aan deze werkvorm heel prettig, inspirerend en aanvullend te vinden, met name omdat dit voorkomt om meteen in de verdediging te gaan.
Wat levert dit op?
In de eerste plaats kregen scholen, dankzij de presentaties, weer een waardevol inkijkje in de stappen die zijn gezet in de afgelopen periode. Daarbij was regelmatig terug te zien dat de Covid- periode soms zelfs een positieve bijdrage leverde aan het gesprek binnen de school over FE. De combinatie van afstand- en fysiek onderwijs maken namelijk dat je niet om het gesprek rond het leerproces van de leerling heen kan. Een school gebruikt hiervoor de metafoor van de stroomversnelling en waterval: Door de covid-lockdown is FE in de hele school in een stroomversnelling gekomen, met grote positieve impact in de hele school.
Hieronder zie je de posters van twee deelnemende scholen die tijdens de sessie zijn getoond:
Het roddelen zorgt voor gesprekken over wezenlijke thema’s die voor alle scholen herkenbaar waren in hun FE-implementatieproces. ‘Hoe krijgt je het concept breed gedragen en voer je het gesprek met die laatste groep docenten die ‘geloven in de kracht van cijfers?’’, ‘Hoe zorg je ervoor dat ogenschijnlijk voor de hand liggende termen als ‘eigenaarschap’ en ‘feed forward’ geen containerbegrippen worden?’, ‘Dat ze telkens van onderaf gevoed worden met betekenis?’ En: ‘Hoe blijf je zorgen voor een verbinding tussen een sturende beweging van bovenaf en een inhoudelijke beweging van onderaf?’
Samen leren loont…
Concrete én passende tips passeren de revue, zoals: ’Onderzoek welke kennis, ervaring en kernwaarden de leraren, die nog niet helemaal mee zijn met FE, iedere dag drijven om hun werk te doen. En, bepaal samen hoe je met de opbrengsten het concept kan versterken’. En: ’Organiseer gesprekken met leerlingen, ouders, leraren én de schoolleiding en wissel beelden uit rondom een thema als ‘eigenaarschap’’, ’Laat de uitkomsten terugzien in je toepassing’.
Maar, een opbrengst op zich was al het stellen van deze vragen, de herkenning en het gesprek! Leren doe je voorbereid (door in dit geval vooraf ieder team een digitale poster te laten maken en een pitch voor te bereiden), met elkaar en in een veilige, maar constructief kritische, omgeving.
Op naar de laatste stappen
De ‘roddelbijeenkomst’ heeft de scholen weer nieuwe ideeën gegeven om de volgende stappen te kunnen zetten in hun FE-implementatie. Dankzij de roddelwerkvorm zijn moeilijke hobbels en obstakels zichtbaar én bespreekbaar gemaakt. Dit hielp om eerlijke en goede adviezen te kunnen formuleren die echt kunnen helpen. De deelnemers waren enthousiast en kunnen verder met hun laatste stappen om FE te verduurzamen in hun school. Ze geven aan de roddelwerkvorm ook zelf te gaan inzetten in het team.
In de laatste sessie besteden maken we de balans op. Hoe ver is de duurzame implementatie van FE gevorderd? En hoe kunnen de scholen elkaar ook in de toekomst blijven opzoeken om elkaar te helpen en inspireren bij de laatste stappen? Uiteraard lees je daarover meer in ons laatste blog van dit drieluik.
Meer weten?
Wil je zelf meer weten over formatief evalueren en/of met je team aan de slag om formatief evalueren een plek te geven in de school en in de klas? Bekijk dan vooral de website Formatiefevalueren.slo.nl, met pagina’s voor leraren en schoolleiders po, leraren vmbo en havo/vwo, kartrekkers/schoolleiders vo én lerarenopleiders.
Harari, Y. N. (2018). Sapiens. HarperCollins.
Van den Berge, A. en Meulmeester A. (2008). Consultatie-atlas. De Galan en Voigt.
In het leernetwerk Formatief Evalueren werken zo’n 100 docenten en 25 schooleiders/kartrekkers van 13 VO scholen aan een duurzame implementatie van Formatief Evalueren. In de klas, in de school en per vakgebied. Het uitgangspunt van dit leernetwerk is de Cyclus van Formatief Evalueren (Gulikers & Baartman, 2017) die het formatieve proces in vijf fasen beschrijft. Naast professionalisering doen we in dit leernetwerk ook onderzoek naar FE, olv. promovenda Marijke Veugen (WUR)
De scholen worden begeleid door Liesbeth Baartman (Hogeschool Utrecht), Judith Gulikers en Marijke Veugen (Wageningen Universiteit), Gerdineke van Silfhout (projectleider vanuit SLO) en vele SLO collega’s met vakinhoudelijke expertise. De tools en goede voorbeelden uit dit leernetwerk worden ontsloten op de toolkit formatiefevalueren.slo.nl. Op vernieuwenderwijs.nl bloggen we om sneller mooie ontwikkelingen en praktijken deelbaar te maken.